Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft en verklaart de diversiteit tussen ontwikkelingsgebieden en de kenmerken van ontwikkelingsgebieden.

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

 

Je bekijkt een video over Oeganda als ontwikkelingsland. Je bestudeert in de Kennisbank de kenmerken. Je bekijkt een voorbeeld van en leest over de berekening van Bruto Nationaal Product en maakt er twee oefeningen over.

Stap 2

Je maakt twee oefeningen, waarbij je foto's in de juiste volgorde zet. Een keer op basis van arm of rijk en een keer op basis van BNP.

Stap 3

Je leert in de Kennisbank wat slechte gezondheidszorg en bevolkingsgroei te maken hebben met leeftijd. Je bekijkt de bevolkingsverschillen tussen Angola en Nederland.

Stap 4

Je leert wat monocultuur is en waarom ontwikkelingslanden vaak hoge schulden hebben. Je maakt er een oefening over.

Stap 5

Je leert wat centrum en periferie inhoudt. Je bekijkt een video en vult een schema in om de economische relatie aan te geven.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippen

De begrippenlijst gaat over ontwikkelingslanden en de kenmerken van die landen.

Eindopdracht A

Kies je voor eindopdracht A: dan maak je een toets.

Eindopdracht B

Kies je voor eindopdracht B: dan schrijf je voor de krant een artikel over Zuid-Afrika.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor de opdrachten bij dit onderwerp heb je ongeveer 3 uur nodig.