Food/t Print (Les 2)

Doel

De Leerling is zich bewust van de keten achter het eindproduct –inclusief de beschikbaarheid-  en de voorwaarden om tot een duurzaam product te komen.

 

 

Beoordelingscriteria

De Leerling:

Kennis

  • Weet wat het begrip duurzaamheid betekent
  • Kent duurzaamheidsaspecten

 

Vaardigheden

  • Kan verschillende labels herkennen en onderscheiden(fairtrade, organic, rainforest, etc.)
  • Kan bedrijven herkennen die duurzaamheid in het bedrijf doorvoeren

 

Gedrag

  • Vermijdt zeer goedkope/niet duurzame producten

 

Wat heb je nodig?

  • computer

 

Wat moet je weten?

Duurzaamheid

Duurzaam voedsel, wat is dat eigenlijk? Duurzaam voedsel betekent dat alle mensen die bijdragen aan het maken van een product er goed over na denken hoe ze het product het beste kunnen maken zonder teveel afval te produceren. Maar ook of dieren niet lijden en of de mensen die werken wel genoeg betaald krijgen.

Om bijvoorbeeld brood te maken heb je graan nodig dat op het akkerland verbouwd wordt. En je hebt zout nodig dat uit Italie komt. Maar je hebt ook water nodig. Al kun je zo duurzaam mogelijk maken.

Er zijn 9 onderwerpen waar bij duurzaamheid vaak op gelet wordt:

  1. water
  2. energie
  3. emissies
  4. transport
  5. reststromen
  6. dierenwelzijn
  7. biodiversiteit
  8. arbeid
  9. bodemvruchtbaarheid
  10. eerlijke handel

 

Emissies gaat over het verminderen van de uitstoot van gassen zoals CO2 uitstoot. Deze uitstoot leidt tot klimaatverandering of giftige stoffen die land en water vervuilen.

Het verminderen van reststromen betekent dat je zo min mogelijk restafval wil maken. Zoals bijvoorbeeld plastic dat om een komkommer zit.

Biodiversiteit gaat over het telen van gewassen zoals mais waarbij de schade aan het milieu zo klein mogelijk is. Bijvoorbeeld door het gebruik van milieuvriendelijke bestrijdingsmiddelen.

 

2. Stabiliteit: Voedsel wordt uit de natuur gehaald, bijvoorbeeld door vis te vangen.  En voedsel wordt verbouwd. De aardappels die je eet komen bijvoorbeeld van het akkerland bij jou uit het dorp/stad. Om de aardappels te verbouwen heb je onder andere land en water nodig. Bij stabiliteit gaat het er om dat deze natuurlijk hulpbronnen( de grond en het water) niet opgemaakt of vervuild worden. Deze vervuiling komt bijvoorbeeld door het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen.

Zo kan in de toekomst nog meer voedsel gemaakt worden.

Maar stabiliteit gaat ook over prijzen die gelijk en niet te hoog zijn.

 

Natuurlijke hulpbronnen zijn alle stoffen die in de natuur aanwezig zijn en onmisbaar zijn voor de mens. Hulpbronnen zijn materialen die ‘helpen’ producten zoals eten en auto’s te produceren.

 Ook andere levende organismen zoals planten, vissen en dieren zijn afhankelijk van hulpbronnen om goed te kunnen leven.

Voorbeelden van natuurlijke hulpbronnen zijn: water, meststoffen en energie.

 

 

 

 

 

3. Toegang: hierbij gaat het er om of de mensen bijvoorbeeld het geld hebben om eten te kopen. Of wanneer er een natuurramp is geweest er genoeg voedsel naar het gebied wordt gebracht.

“Honger komt niet alleen doordat er te weinig voedsel beschikbaar is. Honger wordt ook veroorzaakt door armoede, er is dan wel eten maar de mensen kunnen geen eten kopen of landbouwhulpmiddelen zoals tractors en meststoffen om hun land te verbouwen. In Nederland gaan arme mensen naar de voedselbank of krijgen mensen een uitkering waarvan ze eten kunnen kopen. In ontwikkelingslanden bestaan deze mogelijkheden niet.Of door slecht onderwijs, mensen weten niet goed wat goed en minder goed voor je is. Maar armoede kan ook komen doordat er bijvoorbeeld geen goede toegang tot een gebied is. Er zijn veel mensen die uren moeten lopen om water te gaan halen en de markt om voedsel te kopen is soms nog verder weg.”

Nog een andere reden van armoede is dat mensen geen eerlijke prijs krijgen voor hun product. Het meeste geld gaat naar de verwerking en de handel.

 

 

Wat ga je doen?

Bekijk klassikaal het volgende filmpje als onderbouwing van de tekst: https://www.youtube.com/watch?v=WGvgV8CeB4I

 

Waar moet je opletten?

Als je informatie opzoekt op het internet is het belangrijk dat je controleert of de site die je gebruikt betrouwbare informatie geeft. Als je hier niet zeker van bent, kun je je docent vragen.