8.3 Inleidend flowexperiment

Reacties in een stromende oplossing, zoals bij flowchemie het geval is, verlopen anders dan in een batchopstelling.
Het lijkt aantrekkelijk om de snelheid van de vloeistofstromen zo hoog mogelijk te houden, want tijd is geld!

Maar je moet er rekening mee houden dat de verschillende vloeistofstromen genoeg tijd moeten krijgen om goed met elkaar te mengen, zodat de reactie volledig kan verlopen.

In het filmpje dat je hier kan vinden, zie je drie, overigens niet mengbare, vloeistoffen en wat er gebeurt als je de stroomsnelheid van de verschillende vloeistoffen varieert, door een grotere tegendruk aan te brengen op één of meer van de stromen ("0" is geen extra tegendruk, "4" is extra tegendruk).
Wat gebeurt er met sneller stromende vloeistoffen t.o.v. langzamer stromende vloeistoffen?
Noteer je antwoord in je labjournaal.

 

 

In het filmpje dat je hier kan vinden, zie je dat als twee wel mengbare oplossingen worden gemengd, ze niet gelijk door en door zijn gemengd, wat invloed heeft op het verloop van een reactie.
Wat zou je moeten zien als de vloeistoffen volledig gemengd zouden zijn?
Noteer je antwoord in je labjournaal.

 

Activiteit

 

Om inzicht te krijgen in wat er komt kijken bij flowchemie, gaan jullie het volgende experiment doen:

 

 

 

 

 

 


Hieronder volgt een globale omschrijving van de werkwijze. Gedetailleerdere informatie over de werkwijze vind je in de bijbehorende handleiding.

In het kort: de flowchemie-opstelling maak je m.b.v. gelatineblaadjes en een kunststof bordje waarop je een Y-vormig profiel hebt geplakt. Hiermee maak je een gelei met een Y-vormig flowkanaal, zoals in de afbeelding.
De gelei plaats je op een aluminium ondergrond en in het uiteinde van de twee korte armen en de lange arm van de Y maak je gaatjes, zodat er vloeistof in en uit kan. Vooraf plaats je in het stuk van het Y-vormige kanaal, waarin beide vloeistofstromen samenkomen, stukjes pH-indicatorpapier.
Met behulp van twee pipetjes laat je in de ene korte arm van de Y natronloog stromen, en in de andere korte arm zoutzuur. Aan de hand van de kleuren van het indicatorpapier is te zien in hoeverre de reactie verloopt.


Bestudeer nu de handleiding bij het experiment.
Maak met je docent afspraken over wanneer je het experiment dient uit te voeren, met wie en welke variatie jullie moeten doen.
Voer het experiment uit.


Bespreek in je labjournaal de gevonden resultaten als volgt:

 

 

Resultaten:
• je noemt welke variaties je hebt getest
• je beschrijft met behulp van je genomen foto's kort en bondig maar nauwkeurig wat je waargenomen hebt bij de standaardconditie en de geteste variatie.
Discussie:
• je noemt de onderzoeksvraag (vanuit de onderzoeksvraag ga je de discussie over de resultaten voeren)
• je analyseert nauwkeurig de resultaten, dat wil zeggen dat je vanuit de resultaten gaat beredeneren wat de juiste conclusie op de onderzoeksvraag is (benodigde reactievergelijkingen van opgetreden reacties altijd vermelden!)
• je beredeneert welke verbeteringen aangebracht kunnen worden aan de flowopstelling.
• je geeft suggesties voor vervolgonderzoek.
Conclusie:
• in één zin beantwoord je de onderzoeksvraag.

 

Feedback:

Ik lees je analyse van de gevonden resulaten graag in je labjournaal.
Ik ben benieuwd om van je te lezen hoe goed de reactie is verlopen bij de standaardcondities en de geteste variaties
en hoor graag van je welke verbeteringen aan de flowopstelling zouden bijdragen aan een beter verloop van de reactie.

Als ik je analyse gelezen heb, krijg je van mij of van de PALstudent de resultaten van andere medestagiairs.
Ik wil dat je deze in je labjournaal zet en analyseert welke variatie deze medestagiairs hebben getest.