5.3 Het lodenkamerproces

Het lodenkamerproces deel 1

De concentratie van het zwavelzuur die met het recept van de alchemisten werd verkregen is voor de meeste huidige toepassingen niet hoog genoeg. Een manier om geconcentreerder zwavelzuur te produceren werd tijdens de industriƫle revolutie in de 18e eeuw door John Roebuck ontwikkeld. Dit proces was met name qua uitvoering veel goedkoper en er konden grotere hoeveelheden worden geproduceerd. De reacties vonden plaats in kamers die opgebouwd waren uit loden platen. In die tijd was dit het enige goedkope materiaal dat bestand was tegen zwavelzuur.
In zo'n lodenkamer werd een schotel geplaatst met daarop zwavel en een beetje salpeter. Dit mengsel werd aangestoken. Gevormde gassen werden vervolgens opgevangen door water op de bodem van de kamer. Dit proces werd enkele keren herhaald, waarna een zure vloeistof uit het bassin kon worden verwijderd. Het zo verkregen zwavelzuur had een concentratie van ongeveer 35 tot 45 %. Dit kon nog verhoogd worden door het mengsel te koken.

 

Deze manier van zwavelzuur produceren is weergegeven in onderstaand blokschema.

Het verwijderen van (as)resten uit de lodenkamer is niet weergegeven.

Bij deze manier van produceren ging er veel NO2(g)verloren.

 

Het lodenkamerproces deel 2

Het roosten vond plaats in een roostoven waarna de gevormde gassen naar de lodenkamer werden geleid. Het hiervoor aangepaste blokschema ziet er dan zo uit:

Op deze manier konden er vrij eenvoudig verschillende zwavelhoudende grondstoffen gebruikt worden zoals bijvoorbeeld zinkblende in plaats van pyriet.

In plaats van salpeter kon er ook gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld salpeterzuur.