Vraag 1 t/m 10

formulier vragen 1 tot en met 10.docx

 

Vraag 1 t/m 6

1)    Waarom vind jij gezondheid waardevol? Geef 2 argumenten.

2)    Wanneer voel jij je lichamelijk goed?

3)    Wanneer voel jij je geestelijk goed?

4)    Wanneer voel jij je sociaal goed?

5)    Lees de onderstaande uitspraken en kruis dan aan bij welk soort welzijn ze horen.

antwoord

Lichamelijk welzijn

Geestelijk welzijn

Sociaal welzijn

Als ik tevreden ben.

 

 

 

Als ik het gevoel dat ik erbij hoor.

 

 

 

Als ik kan meedoen aan sport.

 

 

 

Als ik goed met anderen kan opschieten.

 

 

 

Als ik goed slaap.

 

 

 

Als ik me blij voel.

 

 

 

Als ik mijn werk op school goed kan doen.

 

 

 

Als ik geen pijn heb.

 

 

 

Als ik me vlug thuis voel in een nieuwe klas.

 

 

 

 

6) 

Kruis het juiste antwoord aan in de kolom.

gezond

ziek

1. Arnoud is gevallen en heeft zijn arm in het gips. Hij gaat wel naar school.

 

 

2. Hans is verkouden en gaat niet naar school. Hij zit op bank tv te kijken.

 

 

3. Erik heeft 1 jaar geleden een ongeluk gehad. Hij kan nu niet lopen en zit in een rolstoel.

 

 

4. Patrick kan zich moeilijk aanpassen en voelt zich na 2 jaar niet thuis in zijn klas.

 

 

5. Tamara heeft last van erge hoofdpijn en gaat niet naar school.

 

 

6.  Sanne heeft astma ze kan niet alles doen. Ze krijgt af en toe een benauwdheids aanval.

 

 

 

 

 

 

 

7) Met welke stelling ben jij het eens? Licht je antwoord toe.

1e Stelling:

Micha zegt: Ik zet mijn radio zachter als ik weet dat mijn buurjongen in bed ligt te slapen.

Ik vind dat je rekening moet houden met anderen.

2e stelling:

Ronald zegt: Ik ben alleen verantwoordelijk voor mijn gezondheid. Met anderen heb ik niets te maken

Dus ik hoef geen rekening te houden met anderen mensen. Zij moeten maar

Voor zichzelf zorgen.

 

8)  Kun je een handicap voorkomen? Leg je antwoord uit.

9)  Geef 4 voorbeelden die jezelf kunt doen om gezond te blijven.

10) Geef 5 factoren (punten) die invloed hebben op je gezondheid.