Indeling voorbeeldopgaven
De volgende pagina's bevatten boorbeeldopgaven die behoren bij de diverse lessen uit deze module.
Na elke formule kun je via een knop naar één of meerdere voorbeeldopgaven die bij die formule hoort.
Elke opgave is op dezelfde manier opgebouwd. De opbouw wordt met gekleurde bolletjes aangegeven.
Het is dringend aanbevolen zelf ook altijd volgens deze opbouw je opgave te maken!
Voorbeeldopgave 1
Ga ervan uit dat het 20 graden Celsius is in de ruimte waarin je nu zit.
Bereken de golflengte waarbij de voorwerpen in de ruimte hun meeste ernergie uitzenden.
Uitwerking
Voorbeeldopgave 2
Bereken werlke temperatuur een voorewrp moet hebben om zijn meeste ernergie uit te zenden bij een golflengte van 500nm (groen licht).
Uitwerking
Voorbeeldopgave 3
De energie van een foton is 20eV. Bereken de frequentie van de straling waar het foton toe behoort.
Voorbeeldopgave 4
De zon produceert fotonen in vele verschillende golflengten, maar fotonen met een golflengte van 500nm behoren tot de meest voorkomende fotonen die de zon produceert. Bereken de energie (in eV) van deze fotonen.
Eerst f berekenen:
Dan E berekenen:
Tot slot J omrekenen naar eV:
Voorbeeldopgave 5
Een foton valt op een kathode die gemaakt is van zink. Er komt daardoor een elektron vrij met een snelheid van 4,5.106 m/s. Bereken de erergie van het foton (in eV).
Eerst Ek uitrekenen:
Dan Ef uitrekenen:
Voorbeeldopgave 6
Eenn foton valt op een kathode die gemaakt is van ijzer. Het foton heeft een golflengte van 200 nm. Bereken welke snelheid het elektron heeft nadat het vrijgekomen is uit de kathode.
Eerst Ef uitrekenen:
Dan Ek uitrekenen:
Tot slot v uitrekenen:
Voorbeeldopgave 7
Hieronder zie je het ernergie-niveau van neon.
Een neonatoom zendt een foton uit met een golflengte van 387 nm.
Bepaal met welke overgang deze golflengte overeen komt.
3,20 = 19,8 - 16,6
Dus van de 3e naar de 1e aangeslagen toestand.
Voorbeeldopgave 8
Bereken de folglengte van het foton dat ontstaat als een waterstofatoom terugvalt van de 4e naar de 3e aangeslagen toestand. Gebruik tabel 21 van Binas.
Voorbeeldopgave 9
Een sterrekundige onderzoekt het spectrum van een ster. Hij constateert dat een absorptielijn die op 587,6 nm thuishoort verschoven is naar 587.9 nm.
Bereken de snelheid van de ster.
Voorbeeldopgave 10
Een sterrenkundige onderzoekt een ster waarvan is vastgesteld dat deze met een snelheid van 22,3 km/s van ons afbeweegt. Een van de absorptielijnen uit de Balmereeks is 0,0289 nm verschoven.
Bepaal met behulp van een berekening en Binas of internet wat de naam van deze lijn is.
Dat is de