♦ Vocabulary week 4 deel 1: woorden
♦ Deel 2: Handige zinnen week 4
Engels |
Nederlands |
I like working with my hands. |
Ik vind het leuk om met mijn handen te werken. |
I love working in the garden. |
Ik hou er van om in de tuin te werken. |
You need tools with all kind of jobs. |
Je hebt gereedschappen nodig bij allerlei soorten werk. |
Your teacher will tell you what to do. |
Je docent zal je vertellen wat je moet doen. |
Tools can be used to mend things. |
Gereedschap kan gebruikt worden om dingen te repareren. |
Tools can also be used to build things. |
Gereedschap kan ook gebruikt worden om dingen te bouwen. |
You have to be careful with a lot of tools. |
Je moet voorzichtig zijn met veel gereedschap. |
Safety is very important when you handle tools. |
Veiligheid is erg belangrijk als je gereedschap hanteert. |
Do you know what this tool is called? |
Weet jij hoe dit gereedschap wordt genoemd? |
Watch out! |
Kijk uit! |