Bladeren
De belangrijkste taak van bladeren is: Het maken van voedsel voor de plant.
Bladeren maken voedsel. Daarvoor hebben ze de volgende zaken nodig:
A. Water (uit de grond)
B. Koolstofdioxide (dat is een gas in de lucht)
C. (zon)licht
D. Bladgroenkorrels
Water
Water wordt opgenomen door de wortels en wordt door middel van de vaatbundels doorgegeven aan de bladeren
Kooldioxide
Hieronder zie je een doorsnede van een blad. Onder in het blad zitten openingen. We noemen deze openingen: huidmondjes. Door deze huidmondjes kunnen bladeren het gas koolstofdioxide opnemen uit de lucht. Door de huidmondjes kan ook water verdampen. Bij mooi weer zijn ze daarom dicht.
Kan je in de microscopische opname (de foto rechts) de onderdelen die in de schematische tekening (de tekening links) staan terugvinden?
Licht
Bladeren zijn eigenlijk een soort zonnecollectoren. Ze richten zich naar het zonlicht, om er zo veel mogelijk van op te kunnen vangen.
Bladgroenkorrel
Bladgroenkorrels kun je in de meeste plantencellen tegenkomen. Dat is dan ook de reden dat planten groen zijn. De bladgroenkorrels zijn een soort fabriekjes. Hierin wordt uit water, koolstofdioxide en zonlicht, glucose gemaakt. Dat is een stofje dat heel erg veel lijkt op suiker. Glucose zit vaak in snoepgoed, zoals Snickers, Mars, Lion, etc.
Met die glucose kan een plant veel doen:
1. er energie uithalen om te kunnen leven.
2. groeien.
3. gezond blijven.
Hieronder zie je nogmaals een doorsnede van een blad. Beantwoord hiermee de volgende vragen