Stengels
De belangrijkste functies van stengels zijn:
1. Stevigheid aan de plant geven.
De stevige stengel van een boom (de stam) zorgt er voor dat een boom hoog kan worden. Ook een brandnetel heeft een stevige stengel, waardoor hij overeind kan blijven staan.
2. Het doorgeven van water en mineralen aan de bladeren
3. Het doorgeven van voedingsstoffen die in de bladeren zijn gemaakt, aan de wortels en de rest van de plant.
Door de stengel lopen vaten. Je kunt ze een beetje vergelijken met bloedvaten. Alleen zijn de vaten in een plant geen gesloten systeem, zoals de bloedvaten van de mens. Het water dat door de wortels wordt opgenomen, loopt via de stengel naar de bladeren en daar verdampt het water in de lucht. Het moet dus continu worden aangevoerd vanuit de wortels.
De vaten in een stengel liggen in groepjes bij elkaar. Zo’n groepje vaten noem je een vaatbundel. In de wortels liggen de vaatbundels in het midden en in de stengel liggen ze in een ring of verspreid door de stengel
Dwarsdoorsnedes door een plantenstengel met vaatbundels:
Doorsnede 1: Vaatbundels verspreid in de stengel
Doorsnede 2: Vaatbundels in een ring
Bekijk de volgende animatie op bioplek over vaatbundels:
http://www.bioplek.org/animaties/fotosynthese/vaatbundel.html
Hieronder zie je een aantal microscopische preparaten van vaatbundels in een plant:
In de tekening hieronder zie je waar de vaatbundels in de 3 belangrijkste organen van een plant zich bevinden.