Een antibioticum is een stof die een organisme (of meerdere organismen) een ziekteverwekker, kan doden binnen een mens of een dier.
Het meervoud van antibioticum is antibiotica.
Het mooie van de antibiotica is dat ze ons beter kunnen maken als we ziek zijn van een bacterie of andere ziekteverwekker.
Alexander Fleming was bezig met een onderzoek naar stafylokokken (deze kunnen ontstekingen veroorzaken, bijvoorbeeld een steenpuist), toen hij op een van zijn voedingsbodems de schimmel Penicillium notatum aantrof en opmerkte dat rondom deze schimmel alle bacteriën verdwenen waren. Het bleek dat deze schimmel in staat was een bacteriedodende stof af te scheiden, die door Fleming 'penicilline' genoemd werd.
Pas na tien jaar (1938) werd er iets met de ontdekking van Fleming gedaan, toen een groep wetenschappers onder leiding van Howard Florey en Ernst Boris Chain begon met het isoleren van kleine hoeveelheden penicilline, het zuiveren ervan en het verkrijgen van grotere hoeveelheden. Ze testten het op dieren en uiteindelijk op mensen. Na de ontdekking van de penicilline volgden nog vele andere antibiotica.
Resistentie tegen antibiotica betekent dat een bacterie bestand wordt tegen een bepaald antibioticum. Vele bacteriën van de betreffende populatie zullen sterven door het antibioticum, maar enkele overblijvende resistente bacteriën planten zich voort en zorgen voor de verspreiding van deze erfelijke eigenschap; na enige tijd zijn zo goed als alle bacteriën bestand tegen het antibioticum.
Zoek zelf de bronnen waar je actuele kennis kunt halen over dit onderwerp. Zoek niet alleen binnen de veehouderij. Zoek ook binnen de humane ( = menselijke) gezondheidszorg.