3.1 Stroomvoerende draden

Bekijk de volgende applet:

http://www.walter-fendt.de/ph14nl/mfwire_nl.htm

 

Je kunt nu de volgende bewering controleren:

Een elektrische stroom wekt een magnetisch veld op.

De veldlijnen van dit magnetisch veld vormen cirkels met de draad als middelpunt. Verder geldt:

  1. Hoe groter de stroom, des te sterker het magnetisch veld.
  2. Hoe verder van de draad vandaan, des te zwakker het magnetisch veld.
  3. De richting van het magnetisch veld hangt af van de richting van de stroom.
Opgave 22)

Bekijk figuur 3.1.1 De stroomvoerende draad staat vast, terwijl het magneetje vrij is om te draaien.

 

Opgave 23)

In figuur 3.1.2 zijn zes situaties getekend waarbij stroomdraden in de hoeken van het vierkant loodrecht op het papier staan. De stroom door de draden is telkens even groot, maar gaat ofwel het papier in, ofwel het papier uit.

Orden de figuren A, B, ..., F naar de magnetische veldsterkte in het snijpunt van de diagonalen van groot naar klein.

Geef ook aan in welke situaties de veldsterktes even groot zijn.

Leg telkens duidelijk uit hoe je aan je antwoord komt.