Faradays wet zegt dus dat een veranderende magnetische flux een elektrische spanning veroorzaakt. In een gesloten stroomkring zal er hierdoor ook een elektrische stroom gaan lopen. We blijven nu echter nog met een vraag zitten: in welke richting gaat die geïnduceerde stroom lopen? Het antwoord op deze vraag kennen we als de Wet van Lenz:
De inductiestroom is zodanig gericht, dat hij de oorzaak van zijn ontstaan tegenwerkt.
Mooi gezegd, maar wat staat hier nu eigenlijk? Laten we eens kijken naar een voorbeeld: een ring met een naderende magneet (figuur 5.3.1). Door de naderende magneet verandert de flux door het oppervlak van de ring en ontstaat er een inductiespanning over de ring. De ring is een gesloten stroomkring en dus gaat er een inductiestroom lopen.
De oorzaak van deze inductiestroom is een toenemende magnetische flux. De wet van Lenz zegt nu dat de inductiestroom zodanig zal lopen, dat die toenemende flux wordt tegenwerkt. Hoe kan de stroom dit doen?
Herinner je dat een stroom door een spoel een magnetisch veld oplevert. De ring is in feite een spoel met één winding. Om de toenemende flux tegen te werken, zal het veld van de ring tegenovergesteld moeten zijn aan het veld van de naderende magneet. De noordpool van de ring moet dus tegenover de noordpool van de magneet liggen, en de inductiestroom zal dan ook lopen zoals in het onderste plaatje van figuur 5.3.1.