Geluid wordt gemaakt door een geluidsbron te laten trillen. Met de applet hieronder kun je je kennis ophalen van vorig jaar.
Start de applet die hieronder staat. Gebruik de tab "Meten". Hier krijg je een luidspreker te zien, waaruit je geluidsgolven kunt laten komen. Aan de rechterkant kun je de frequentie en de amplitude veranderen. Links staan twee blauwe lijnen die je kunt verplaatsen. Ook de liniaal en de stopwatch zijn verplaatsbaar.
Opdrachten
Voor het verband tussen golflengte, snelheid en frequentie geldt de volgende formule: v = f · λ.
Gebruik tabel 15 in je Binas. De antwoorden op de volgende opdrachten schrijf je in je schrift en laat je door de PAL of je docent controleren.
1. Bereken de golflengte van een geluidsgolf met een frequentie van 35 kHz, die door een zeeschip wordt gebruikt om de diepte van de zee te peilen.
2. Het vriest 20 graden. Je ziet de bliksem en hoort 5 seconden later de donder. Hoe ver is de onweersbui weg?
3. Een vleermuis gebruikt ultrasoon geluid om zijn prooi te lokaliseren en zijn weg in de ruimte te vinden. De golflengte van dat geluid is ongeveer 4,0 x 10-3 m. Bereken de frequentie.