Nucleaire geneeskunde heeft tal van mogelijkheden. Niet alleen kunnen er diagnoses mee worden gesteld, het kan ook worden toegepast in het genezen van patiënten. Denk maar aan bestraling van patiënten met tumoren. We beginnen dit hoofdstuk met een patiënt waarbij de nucleaire geneeskunde ingezet wordt voor de diagnose.
Casus
Mevrouw De Wit heeft een aantal klachten. Zij heeft het snel koud, wordt zwaarder, voelt zich vaak sloom en heeft een vertraagde hartslag. Na verschillende onderzoeken stuurt de huisarts haar door naar de specialist voor verder onderzoek. Deze besluit een scintigram van haar schildklier te maken.
Voor het onderzoek krijgt mevrouw De Wit jodium-123 ingespoten, een radioactief isotoop van jodium.
Dit jodium-123 verzamelt zich in de schildklier, doordat voor de vorming van schildklierhormoon jodium nodig is.
Opdrachten
In tabel 25 van je Binas staan alle isotopen van de elementen. Vaak zijn isotopen niet stabiel. Dit betekent dat zij niet lang kunnen bestaan. Jodium-123 bijvoorbeeld heeft een halveringstijd van 13,5 uur. Dat betekent dat na 13,5 uur nog maar de helft van het aantal atomen jodium-123 over is. De jodium-123-deeltjes veranderen in tellurium-123: door het invangen van een elektron verandert een proton in een neutron en wordt gammastraling uitgezonden.
4. Zoek in tabel 25 van je Binas nog meer isotopen van jodium op en schrijf de halveringstijden op.