Studiewijzer

In deze studiewijzer staat wat je moet leren (de leerdoelen), wanneer je dat moet doen (de planning) en hoe je uiteindelijk wordt beoordeeld (de beoordeling). Lees deze studiewijzer in ieder geval een keer door voordat je aan de e-klas begint. Omdat je de komende lessen voor een groot deel zelfstandig gaat werken is het erg belangrijk dat je de planning regelmatig bekijkt en je aan die planning houdt. Als je te veel achterloopt kom je uiteindelijk in de problemen bij de eindtoets.

Je krijgt de komende lessen niet alleen te maken met je eigen docent, maar ook met een PAL-student. Dat is meestal een student van de universiteit, die je docent helpt met allerlei zaken. Hij of zij kan je helpen als je iets niet begrijpt.

Leerdoelen

Aan het begin van ieder hoofdstuk staan de leerdoelen voor dat betreffende hoofdstuk weergegeven. Hieronder staan ze op een rij.

Na het bestuderen van hoofdstuk 1 kun je...

  • uitleggen welke functie(s) het zenuwstelsel heeft voor het menselijk lichaam, inclusief
    • het verwerken van informatie uit de zintuigen,
    • het aansturen van spieren en klieren,
    • het constant houden van het inwendig milieu,
  • uitleggen wat homeostase is,
  • opnoemen welke vijf zintuigen een mens heeft,
  • aangeven op welk soort prikkels deze zintuigen reageren,
  • een onderscheid maken tussen verschillende biologische organisatieniveaus.

Na het bestuderen van hoofdstuk 2 kun je...

  • de onderdelen van een zenuwcel benoemen,
  • beschrijven welke veranderingen optreden in de hersenen van een baby,
  • uitleggen wat het verschil is tussen een prikkel en een impuls,
  • uitleggen wat de begrippen drempelwaarde en gewenning betekenen.

Na het bestuderen van hoofdstuk 3 kun je...

  • aanwijzen welke delen van het zenuwstelsel horen bij het centraal zenuwstelsel, en welke bij het perifere zenuwstelsel,
  • aangeven wat het verschil is tussen het animale en het autonome zenuwstelsel,
  • uitleggen wat de rol is van regelcentra bij de homeostase,
  • uitleggen wat een reflex is,
  • aangeven welke zenuwcellen bij een reflex betrokken zijn,
  • afleiden of een cel een motorische zenuwcel, een sensorische zenuwcel of een schakelcel is,
  • uitleggen wat de begrippen grijze stof en witte stof betekenen,
  • beschrijven wat de functies zijn van de hersenstam en de kleine hersenen.

Na het bestuderen van hoofdstuk 4 kun je...

  • beschrijven wat de functies zijn van de grote hersenen,
  • uitleggen dat er verschillende hersengebieden zijn te onderscheiden (en daar een paar voorbeelden van geven),
  • beschrijven welke veranderingen er tijdens de puberteit optreden in de hersenen,
  • uitleggen wat bedoeld wordt met hersenlateralisatie.

Na het bestuderen van hoofdstuk 5 kun je...

  • in grote lijnen uitleggen hoe een impuls ontstaat,
  • uitleggen wat bedoeld wordt met sprongsgewijze impulsoverdracht.

Na het bestuderen van hoofdstuk 6 kun je...

  • uitleggen wat de begrippen synaps en neurotransmitter betekenen,
  • beschrijven hoe een impuls wordt overgedragen van de ene zenuwcel naar de andere,
  • uitleggen welke invloed alcohol en drugs op de hersenen kunnen hebben,
  • uitleggen wat er in de hersenen gebeurt bij verliefdheid en depressie.

Na het bestuderen van hoofdstuk 7 kun je...

  • uitleggen wat het verschil is tussen het lange en het korte termijngeheugen,
  • uitleggen welke veranderingen in de hersenen optreden bij Alzheimer.

In de syllabus is uitgewerkt welke eindtermen uit het curriculum aan bod komen in deze e-klas.

 

Planning

In de tabel hieronder vind je een globale planning. Je ziet hierin hoe de e-klas is opgebouwd en wanneer de klassikale momenten zijn ingepland. Het is mogelijk dat je van je docent nog een meer gedetailleerde planning krijgt. Kijk regelmatig terug naar deze planning om te zien of je op schema loopt. Omdat je de komende lessen voor een groot deel zelfstandig werkt, is het belangrijk deze planning goed te volgen!

 

LES

Wat moet je tijdens de les doen? Huiswerk
1

Studiewijzer doornemen

Starten met hoofdstuk 1

Tot en met opdracht Breinboekje 3 maken
2

Hoofdstuk 2 doorwerken

Tot en met opdracht Breinboekje 5 maken

3

De eerste paragrafen van hoofdstuk 3 doorwerken

Tot en met opdracht Breinboekje 7 maken
4 Hoofdstuk 3 afmaken

Vragen voorbereiden voor Vragen 1 en inleveren bij docent

(zie paragraaf 3.6)

5

Starten met hoofdstuk 4

Tot en met opdracht Breinboekje 10 maken
6

Hoofdstuk 4 afmaken

Starten met hoofdstuk 5

 
7

Hoofdstuk 5 afmaken

Klassikale opdracht uitvoeren (paragraaf 5.4)

Tot en met opdracht Breinboekje 12 maken 
8 Hoofdstuk 6 maken

Vragen voorbereiden voor Vragen 2 en inleveren bij docent

(zie paragraaf 6.4)

9

Starten met webquest (hoofdstuk 7)

Tot en met opdracht Breinboekje 14 maken 
10

Webquest over Alzheimer maken (paragraaf 7.1)

Webquest afmaken en je poster inleveren bij de docent

 

Beoordeling

De e-klas wordt afgesloten met een schriftelijke toets. Daarnaast hou je tijdens het doorwerken van de e-klas een breinboekje bij. Je hoort van je docent of de opdrachten in dit boekje ook meetellen of niet.