3.2 Animaal en autonoom

Een indeling naar functie

Voordat we verder gaan met het bestuderen van de werking van ons 'reptielenbrein', moeten we weten dat er nóg een manier is om het zenuwstelsel in te delen. Daarbij gaat het niet om de ligging van de organen maar om de functie.

Belijk het volgende filmpje.

In het filmpje wordt het begrip autonome zenuwstelsel genoemd. Het woord autonoom betekent zelfstandig. Je autonome zenuwstelsel doet allerlei dingen waar je geen controle over hebt, of waar je je zelfs niet bewust van bent. Blozen, je darmen laten werken en het regelen van je hartslag zijn allemaal dingen die je autonome zenuwstelsel doet. Het autonome zenuwstelsel heeft invloed op bijna alle organen in ons lichaam.

Daarnaast is er het animale zenuwstelsel. Het animale zenuwstelsel is verantwoordelijk voor bewuste handelingen en bewegingen en de reflexen. Je animale zenuwstelsel stuurt bijvoorbeeld je skeletspieren aan.

Het autonome zenuwstelsel werkt buiten onze wil om. Het regelt veel belangrijke lichaamsfuncties. Het animale zenuwstelsel is verantwoordelijk voor bewuste handelingen.

Let op: het onderscheid tussen het autonome en animale zenuwstelsel is voornamelijk functioneel. Beide zenuwstelsels maken gebruik van delen van de hersenen en het ruggenmerg (het centrale zenuwstelsel) en zenuwen (het perifere zenuwstelsel).

Breinboekje 7

Reptielen, vogels en zoogdieren hebben ook een autonoom zenuwstel. Beantwoord de volgende vragen en werk de antwoorden uit in je breinboekje.

1. Welk zenuwstelsel is actief als er voor een dier gevaar dreigt, het orthosympathische of het parasympathische? Leg uit.

2. Welke organen worden juist geremd als er gevaar dreigt?

3. Leg uit waarom deze organen juist geremd worden bij gevaar.