2.1 Cellen met uitlopers

Een nieuwe wereld

Bekijk het volgende fimpje.  

Een pasgeboren baby kan eigenlijk nog maar heel weinig. Natuurlijk komt dat omdat de wereld waarin de baby terecht is gekomen helemaal nieuw voor hem is. En leren kost nou eenmaal tijd. Uit onderzoek blijkt dat er ook nog van alles verandert in de hersenen van een baby.   

Uitlopers

We gaan in dit hoofdstuk wat dieper in op de bouwstenen van ons zenuwstelsel: de zenuwcellen (ook wel neuronen genoemd). Bijzonder aan zenuwcellen is dat ze vaak enorm lange uitlopers hebben. Die uitlopers kunnen soms wel een meter lang zijn (bijvoorbeeld de zenuwcellen die van je vingers en je tenen naar je ruggenmerg lopen). Meestal is één uitloper wat langer en dikker dan de andere: het axon. De andere uitlopers van een zenuwcel noem je dendrieten.

Dendrieten en axonen zijn uitlopers van zenuwcellen. Een uitloper is een draadvormige uitstulping.

Hieronder zie je een microscopische afbeelding van enkele zenuwcellen. Kun jij het axon ontdekken?

150 miljard cellen

De hersenen van een baby bevatten zo'n 150 miljard zenuwcellen. En daar moet je het als mens ook mee doen. In tegenstelling tot bij andere weefsels (zoals spierweefsel of huidweefsel) komen er tijdens je leven geen nieuwe zenuwcellen meer bij. Maar dat betekent niet dat de hersenen van een baby al helemaal af zijn. Er worden vele nieuwe verbindingen gelegd ('bloeien'), en er worden weinig gebruikte verbindingen weggehaald ('gesnoeid'). De uitlopers groeien, verdikken en vertakken: er gebeurt van alles.

 

Ontwikkeling van zenuwweefsel