Jeltje Jouta is een jonge biologe, die een promotieonderzoek uitvoert op het NIOZ (Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek). Zij heeft zichzelf een ambitieus doel gesteld: het voedselweb op verschillende delen van de Waddenzee in kaart brengen. Met deze kennis hoopt ze een antwoord te kunnen geven op de vraag, hoe de mens de biodiversiteit in de Waddenzee kan beïnvloeden. Waarom verdwijnen er in bepaalde delen van de Waddenzee soorten en waarom kunnen andere soorten (bijv. exoten) zich in dit gebied vestigen. Kan de mens in dit proces ingrijpen?
Welke positie planten, vogels en andere organismen in het voedselweb innemen bepaalt Jeltje op basis van de verhouding tussen de stabiele stikstofisotopen 15N en 14N. Om die te meten, gebruikt ze de isotoop-ratio massa spectrometer (IRMS). De verhouding 15N/14N kan informatie geven over de positie van het organisme in het voedselweb. Is het bijvoorbeeld een producent, of een consument van de 1e of 2e orde. “Hoe hoger het stabiel stikstofsignaal (De verhouding 15N/14N), hoe hoger het organisme zich bevindt in de voedselketen. Algen zitten bijvoorbeeld heel laag, lepelaars hoog.’’ Daarnaast bepaalt ze de verhouding 13C/12C. Die geeft informatie over de vraag of een organisme voedsel vindt op zee of op land. Op land is die verhouding bij vergelijkbare organismen namelijk veel lager.
Hoe gaat de methode met stabiele stikstofisotopen in zijn werk? Wat men doet is de verhouding in het bestudeerde monster van een plant of dier vergelijken met een standaardverhouding in een monster uit de levenloze natuur. Uit de delta-waarde, het positieve of negatieve verschil met die standaard, kan een inschatting gemaakt worden over de positie van het organisme in het voedselweb.
In formule:
δ (15N/14N) = ((15N/14N)monster /(15N/14N)standaard - 1) x 103 (promille)
en
δ (13C/12C) = ((13C/12C)monster /(13C/12C)standaard - 1) x 103 (promille)
Bekijk de film hierboven over haar werk.
Opdracht 7.2
Jeltje Jouta verzamelt bloedmonsters van jonge lepelaars over een gebied lopend van de Nederlandse oostelijke Waddenzee tot de westelijke Waddenzee. Kijk maar naar de video.
Uit haar onderzoek blijkt dat de isotopensamenstelling van de lepelaars op Schiermonnikoog verschilt met die van de lepelaars op Texel.
klik op de afbeelding om deze te vergroten.
Opdracht 7.3
De relatie tussen een aantal vogels en bepaalde ongewervelden in het waddengebied is in bovenstaande tekeningen weergegeven.
In het schema hieronder zijn beide energiestromen getekend in de vorm van een aantal vijfhoekige vakken. Op verschillende plaatsen vindt overdracht van stoffen binnen en tussen beide hoofdstromen plaats. Wanneer die overdracht in de vorm van pijlen worden toegevoegd, ontstaat een schema van een voedselweb.
Neem onderstaand schema over in een Word-document en maak dit schema compleet door de vakken waartussen overdracht van organisch materiaal plaatsvindt met pijlen te verbinden.
Maak bij samenstellen van het voedselweb gebruik van de ecomare-encyclopedie: http://www.ecomare.nl/nl/ecomare-encyclopedie/. Informatie over voedselconsumptie van de dieren is te vinden in het paspoort van elk dier (kader linksonder).
Maak deze opdracht op de computer en bewaar je resultaten in je digitale portfolio.
klik op de afbeelding om deze te vergroten.