Synaps
Impulsgeleiding is het voortbewegen van een impuls langs het membraan van een zenuwcel. Maar een elektrisch stroompje (een impuls) kan niet zomaar overspringen van de ene naar de andere zenuwcel. Voorimpulsoverdracht (het overbrengen van een impuls van de ene naar de andere cel) zitten er aan het uiteinde van een axon daarom één of meer synapsen. Impulsoverdracht werkt niet op basis van een elektrisch stroompje maar op basis van chemische stofjes: neurotransmitters.
Neurotransmitters
Hierboven zie je een foto van een synaps die is gemaakt met een elektronenmicroscoop. Je ziet het uiteinde van een axon (boven) tegen de dendriet van van een andere zenuwcel aanliggen. De membranen van de twee cellen raken elkaar niet; er zit een spleet tussen: de synaptische spleet. Zie je in het axonuiteinde al die bolletjes zitten? Dat zijn blaasjes gevuld met neurotransmitter. Er zijn veel verschillende soorten neurotransmitters; in de volgende paragrafen kom je er een paar tegen.
Bekijk deze animatie. Let op: je hoeft alleen de eerste 10 pagina's te bekijken. Zorg ervoor dat je in grote lijnen begrijpt hoe impulsoverdracht via synapsen werkt.
EXTRA: Wil je oefenen met de verschillende onderdelen van de synaps? Dat kan op deze website. Je hoeft deze onderdelen niet allemaal te kennen.
Breinboekje 13
Maak in je breinboekje een schematische tekening van een synaps. Benoem in ieder geval de volgende onderdelen: axon, blaasje (met neurotransmitters), dendriet, neurotransmitters, receptor en synaptische spleet.