5 Een kind

Je bent dokter en je hebt een brief ontvangen van een jong stel dat een kinderwens heeft. Helaas voor hen (en voor velen) wil het niet lukken om kinderen te krijgen. Jouw rol als dokter is dat je tijdens alle gesprekken met de man en de vrouw hen kunt uitleggen en verklaren wat (door artsen) onderzocht gaat worden. Uit de resultaten van een onderzoek bij de vrouw blijkt dat ze helemaal gezond is. De man is ook gezond, maar de kwaliteit van zijn sperma is onvoldoende.

Als dokter heb je een advies geschreven voor het stel. Naar aanleiding van dat advies hebben de man en vrouw besloten om via een IVF behandeling met PiGD (pre-implantatie genetische diagnostiek) een kind te krijgen.

Enkele weken later in het ziekenhuis wordt de IVF-behandeling uitgevoerd. De bevruchte eicel wordt onderzocht op genetische afwijkingen. Uit het onderzoek blijkt dat er een verhoogde kans is dat het kind lactose-intolerantie zal hebben, maar geen hemofilie (een zeldzame, erfelijke bloedziekte) zal krijgen.

Jij legt hen uit dat met lactose-intolerantie prima te leven valt. Een groot deel van de wereldbevolking heeft lactose-intolerantie.

Het stel besluit dat ze er voor willen gaan. De bevruchte eicel wordt met succes in de baarmoeder geplaatst, en de ontwikkeling van het embryo gaat van start.