Oppervlakte van een cirkel

Opdracht 5

 

Teken op 2 cirkels met een straal van 5 cm op een ruitjespapier. We gaan op 2 verschillende manieren het oppervlakte van de cirkels bepalen.

De eerste manier:

 Knip de eerste cirkel uit en plak hem in op je werkblad. Tel het hele aantal hokjes, schat de hokjes aan de zijkant. Hoeveel heb je er ongeveer geteld? ­­ ________ Wat is dus het oppervlakte? ____

Denk aan de eenheden.

De tweede manier:

Knip de tweede cirkel uit en knip taartpuntjes uit van 15 graden. Als het goed is heb je dan 24 taartpuntjes. Schuif de taartpuntjes tegen elkaar aan op een manier zodat je het oppervlakte van de rechthoek kunt berekenen. Je had een cirkel! Dus je weet nu ook de oppervlakte van de cirkel.

 

Voor de oppervlakte van een cirkel gebruiken we een formule. Welke heb je in het filmpje gehoord?

 

Filmpje met uitleg over hoe je de oppervlakte van een cirkel berekend.