In de techniek moet je vaak problemen oplossen. Dat gebeurt meestal niet door een persoon, maar door een groep mensen. Daarom wordt de klas in groepen van drie verdeeld.
Je werkt volgens het KOMPA$ - model. Met dit model los je een probleem stap voor stap op. Bij iedere stap hoort een mannetje dat de stap in het KOMPA$-model uit beeld. In het handboek staat dat uitgewerkt.
Het probleem
Je moet precies dezelfde voorwerpen maken, een dobbelsteen. Het materiaal dat je mag gebruiken, ligt vast. Waarvoor het voorwerp moet dienen, is nog onbeslist. Het aantal handelingen dat je mag verrichten, moet minimaal zijn.
Wat heb je nodig?
een handzaag
een plastic zakje
een boormachine
schuurpapier
vijl
hout
Duimstok/meetlint
Wat moet je doen?
Zorg ervoor dat je al het materiaal krijgt. Van je docent(e) krijg je het hout.
Berg die stukken op in het plasticzakje.
Stop een stukje papier in het zakje met daarop: 1. de namen van de teamleden; 2. de klas
Vanaf dit moment werk je volgens het KOMPA$ - model.
STAP 1: Kijken naar het probleem
De leraar laat een voorbeeld zien. Deze is net zo gemaakt als jullie gaan doen. Helaas hebben jullie waarschijnlijk niet hetzelfde hout. Je hebt dus een extra probleem.
Wat moet je doen?
bekijk jullie hout goed.
Denk na over de vraag: moet de vorm iets voorstellen, of juist niet?
Denk na over de vraag: waarvoor dient het product straks? Je mag aan deze activiteit (stap 1) maximaal 15 minuten besteden.
Probeer het probleem in één zin op te schrijven.
STAP 2: Oplossingen bedenken
Je hebt nagedacht over de vorm. Je weet waarvoor het product moet dienen. Nu moet je voor die ideeën oplossingen bedenken.
Wat moet je doen?
Bedenk net zoveel oplossingen om er een dobbelsteen van te maken.
Maak van elke oplossing een schets. Dat worden er dus vier. Gebruik daarvoor figuren 16 tot en met 19. (die staan in document 9 hieronder)
Geef aan waarvoor iedere oplossing moet dienen en wat het voorstelt.
Schrijf dat bij iedere schets.
Kies uit vier schetsen het beste idee
Maak hiervan in figuur 20 een duidelijke schets op ware grootte. (die staat in document 10 hieronder)
Noteer onder de werktekening: 1. waarvoor jullie product dient; 2. wat de vorm van jullie product voorstelt.
STAP 3: Maak de oplossing
Je weet nu wat je wilt gaan maken en hoe je dat gaat doen. De meeste problemen zijn dus opgelost. Je kunt aan het werk.
STAP 4: Proberen (of het werkt)
Je hebt de producten ergens voor gemaakt. Ga na of ze daar ook voor kunnen dienen. Zo niet, bedenk dan waardoor dat komt. Noteer dat hieronder.
STAP 5: Aanpassen
Aan dit product valt natuurlijk niet zoveel aan te passen. Maar misschien ben je toch niet helemaal tevreden.
Wat moet je doen?
Bedenk wat je een volgende keer anders zou doen. Noteer dat hieronder.
Verbeter je product door bijvoorbeeld:
het beter af te werken (schuren, bijvijlen enzovoort);
STAP 6: $ale
Je product hoeft natuurlijk niet verkocht te worden. Toch moet je een ‘verkooppraatje’ gaan houden aan je klasgenoten. Daarin kan bijvoorbeeld uitgelegd worden:
waar het product voor dient;
wat het voorstelt;
wat er handig aan het product is;
waarom het product zo leuk is;
Wat moet je doen?
Wat ga je aan de klas gaat vertellen? Dat hoeft maar een of twee minuten te duren.