Proef 1 bij paragraaf 1
INLEIDING
Je hebt ogen om te kijken, oren om te horen en een neus om te ruiken. Maar met je handen kun je ook waarnemen, wel geen geluid, licht of geur, maar wel of iets warm of koud is. In deze proef onderzoek je hoe goed je handen daarin zijn.
ONDERZOEKSVRAAG
WAT HEB JE NODIG?
Drie bekerglazen
Warm water
WAT MOET JE DOEN?
_________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________
___________________________________________________________
A Dat het hier erg koud is.
B Dat het hier helemaal niet koud is.
C Dat weet je niet, omdat je Herald niet kent.
A Asmat vindt het hier erg koud.
B Asmat vindt het hier helemaal niet koud
C Je hebt geen idee, want je kent Asmat niet.
___________________________________________________________
___________________________________________________________
___________________________________________________________
___________________________________________________________
7.Conclusie
Met je eigen temperatuurgevoelig kun je beter/slechter de temperatuur bepalen dan met een thermometer.
Proef 2 bij paragraaf 1
INLEIDING
Regelmatig was je je haren. Daarvoor gebruik je shampoo. Die shampoo wordt in fabrieken ontwikkeld door scheikundigen. In deze proef leer je hoe je zelf shampoo kunt maken.
ONDERZOEKSVRAAG
WAT HEB JE NODIG?
Water
Een flesje met daarin schuimbasis (natriumlaurylethersulfaat)
Een flesje kleurstof
Een flesje parfumolie
Een flesje conserveringsmiddel (Parabeen K)
Een potje keukenzout
Een maatcilinder 10 mL
Een lepeltje
Een potje (50 mL)
Een roerstaafje
Een lepentje zout
WAT MOET JE DOEN?
Schenk dit in het potje. Doe er daarna evenveel water bij.
Conclusie
Als je shampoo wil maken moet je goed letten op _____________________________________
Van de stoffen die je mengt.