Klik op de link hieronder. Je vindt hier 10 vragen waarbij je moet schatten. De oefening is interactief dus je ziet direct of je antwoord goed is. Neem de goede antwoorden ook over in je schrift: dan heb je er direct nog een paar handige vuistregels bij.
Extra oefening: Onderstaande link gaat naar een extra interactieve oefening over maten en schatten. Je docent zal je vertellen of je deze oefening moet maken:
Maak nu de volgende opdrachten in je schrift.
Schat (kies zelf de geschikte eenheid):
a de dikte van een normale ruit,
b de vliegafstand Amsterdam-Brussel,
c de dikte van je nagel,
d de afmetingen van een briefkaart,
e de diameter (= breedte) van een euro,
f de omtrek van een voetbalveld.
Machiel en Saskia zijn op vakantie in Tirol. Zij maken daar bergwandelingen. Vandaag hebben ze een grote route uitgekozen. De steilte van het bergpad wisselt nogal. Ze kunnen dan ook niet gelijkmatig wandelen. Machiel heeft langere benen, dus hij kan eerder over grote stenen heen stappen. Gemiddeld zet Machiel dus grotere passen dan Saskia.
Machiel en Saskia hebben allebei geteld hoeveel passen ze in 10 minuten zetten: Machiel 580 en Saskia 638.
Machiel |
10 |
70 |
500 |
750 |
Saskia |
11 |
Machiel en Saskia zijn gestart bij hun camping op 300 meter hoogte. Hun wandeling voert naar de Eisseehütte op 2500 meter hoogte.
Machiel gaat ervan uit dat hij elke 10 minuten 580 passen zet. Hij heeft berekend dat hij op de hele wandeling ongeveer 10.000 passen zal zetten.
Zal de wandeling langer of korter dan 3 uur duren?
Aan elk van de drie manieren kleven bezwaren.