Eigenbewegingen en afstanden van sterren

Van de 7 heldere sterren in de Grote Beer, bewegen er 5n dezelfde richting, terwijl de resterende twee, Alkaid en Dubhe, in een andere richting bewegen.

De sterrenbeelden vertonen van jaar tot jaar geen waarneembare verandering: de hedendaagse sterrenbeelden zijn gelijk aan die van bijvoorbeeld tweeduizend jaar geleden. Toch nemen sterren geen vaste plaats in de ruimte in, maar bewegen zij met grote snelheden. Die beweging noemen we de eigenbeweging. De eigenbeweging van  een ster wordt veroorzaakt doordat de ster en de zon ten opzichte van elkaar bewegen. De eigenbewegingen van de sterren zijn te traag om met het oog waar te nemen. Maar als je de posities met tussenpozen van vele duizenden jaren vergelijkt, dan zie je het effect wel. Dit werd voor het eerst aangetoond in de zeventiende eeuw door Edmond Halley, die de posities van drie heldere sterren (Sirius, Procyon en Arcturus) vergeleek met de gegevens uit de oude sterrencatalogi. Hij concludeerde hieruit dat hun onderlinge stand een verandering had ondergaan. In de drie tekeningen van het sterrenbeeld Grote Beer in de figuur zijn de gevolgen van eigenbewegingen over langere termijn in beeld gebracht. De bovenste tekening geeft het sterrenbeeld van 100 duizend jaar geleden. In de middelste tekening zie je het huidige patroon. In de onderste tekening zie je hoe het er over 100 duizend jaar zal uitzien.