Dit werkt ook als je een heel klein getal hebt, zoals bijvoorbeeld 0,000 000 42. Alleen in een dergelijk geval moet je niet vermenigvuldigen met 10, maar delen door 10. In plaats van wat je misschien zou denken; dat we dan ... ÷ 10... krijgen, noteren we het als volgt:
Dus: 0,000 000 42 = 4,2 × 10–7. Voorbeelden 0,35 = 3,5 × 10–1 0,000489 = 4,89 × 10–4 0,012 = 1,2 × 10–2 |
Tot slot is het belangrijk dat je weet dat je in de wetenschappelijke notatie nooit een getal opschrijft vóór het × 10...-gedeelte dat kleiner dan 1 of groter dan 10 is.
Dus 3200 = 3,2 × 103 en géén 32 × 102 of 0,32 × 104.
En 0,00041 = 4,1 × 10–4 en géén 41 × 10–5 of 0,41 × 10–3