Informatie : "De media"


We leven in een informatiemaatschappij. Wil jij je ontwikkelen dan is het belangrijk dat je genoeg weet over de samenleving waarin je woont. Die samenleving wordt steeds groter en de grenzen steeds minderer belangrijk.
Er bestaan vele communicatiemiddelen die ons informeren over nieuws, sport, entertainment, gezondheid, economie, school, etc. In dit onderdeel van de sociaal maatschappelijke dimensie gaan we verder in het gebruik van Media:

Thema 1. Functies van media
Thema 2. Invloed van de media

Je hebt deze informatie nodig om opdracht 16 te kunnen maken.


Thema 1. Functies van media

Communiceren
Communiceren is het geven en ontvangen van informatie. Communiceren doe je de hele dag. Als je met iemand praat, een e-mail verstuurt of een telefoongesprek voert, communiceer je. Bij communicatie is er altijd een zender. De zender is degene die een bepaalde boodschap wil overbrengen of verspreiden. De zender kan een persoon of een groep zijn. De ontvanger is de persoon of de groep die de boodschap binnen krijgt. Als de communicatie goed verloopt, pakt de ontvanger de boodschap op zoals de zender de boodschap bedoeld heeft.

 

 

Communicatie kan veel verschillende vormen hebben. De bekendste vorm is verbale communicatie. Verbale communicatie is communicatie via taal. Men uit zich daarbij met woorden. Verbale communicatie kan op directe wijze plaatsvinden in een gesprek, via telefoon, schriftelijk via een brief of e-mail. Ook gebarentaal valt onder verbale communicatie.

Verbale communicatie gaat vrijwel altijd samen met non-verbale communicatie zoals handgebaren en gezichtsuitdrukkingen. De inhoud van onze boodschap vertellen we vaak in woorden. Het relationele gedeelte echter vertellen we vaak via  non-verbale communicatie. Als verbale en non-verbale boodschappen elkaar tegenspreken wint de non-verbale. Non-verbale communicatie is communicatie waarbij geen woorden worden gebruikt. De informatie wordt bijvoorbeeld overgedragen door signalen, tekens of lichaamstaal.  je duim opsteken of knikken naar iemand zijn voorbeelden van non-verbale communicatie.

Massacommunicatie is communicatie die is gericht op een groot publiek van ontvangers. De zender kent de ontvangers meestal niet en de ontvangers kunnen vaak niet direct reageren op de zender. Massacommunicatie vindt bijna altijd plaats met behulp van technische hulpmiddelen, zoals internet, radio of televisie.

Functies van massamedia
In veel gevallen wordt er met behulp van media gecommuniceerd. Media zijn middelen die je gebruikt bij het overbrengen van informatie. Massamedia zijn communicatie middelen waarmee een groot aantal mensen tegelijkertijd kan worden bereikt. Voorbeelden van massamedia zijn radiozenders, televisiezenders , kranten, tijdschriften en internetsites.
Massamedia hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken:
-     de informatie die wordt overgebracht is bedoeld voor een groot publiek;
-     de informatie is voor veel mensen toegankelijk;
-     er is geen persoonlijke relatie tussen de zender en de ontvanger;
-     de ontvanger kan vaak niet direct reageren .

Informatiefunctie
Massamedia worden gebruikt om informatie te verspreiden. Massamedia houden je op de hoogte van wat er in Nederland en in de rest va n de wereld gebeurt. In dit verband spelen massamedia een belangrijke rol in de samenleving. Bijvoorbeeld als via massamedia bepaalde problemen of misstanden in de samenleving worden getoond.

Commentaarfunctie
Massamedia verspreiden informatie, maar voorzien de informatie vaak ook van commentaar. Dit commentaar kan je helpen om je mening te vormen over een onderwerp. Zo worden bij veel actualiteitenprogramma's deskundigen uitgenodigd die commentaar leveren op gebeurtenissen.

Spreekbuisfunctie
Massamedia kunnen ook een platform voor allerlei groepen in de samenleving zijn. Deze groepen gebruiken de massamedia om hun mening te verkondigen en deze te verspreiden. Je kunt massamedia gebruiken om aandacht te vragen voor bepaalde zaken en zo een grote groep mensen te bereiken.

Entertainmentfunctie
Massamedia zijn er ook om je te amuseren en te zorgen voor ontspanning. Massamedia zijn een bron van entertainment. Voor veel mensen is het bijvoorbeeld ontspannend om televisie te kijken of om te internetten.

Sociale functie
Massamedia helpen mensen ook om in contact te komen met elkaar. Via massamedia kun je praten met anderen , vrienden ontmoeten of nieuwe vrienden maken. Ook komen groepen in de samenleving via de massamedia in contact met elkaar.

Soorten massamedia
Er bestaan drie verschillende groepen massamedia.
-           gedrukte media;
-           audiovisuele media;
-           digitale of nieuwe media.

Gedrukte media
Kranten en tijdschriften zijn voorbeelden van gedrukte media. Veel mensen lezen elke dag een krant. Kranten verspreiden het nieuws en de achtergronden bij het nieuws. Elke dag verschijnen er landelijke dagbladen en regionale dagbladen.
Tijdschriften verschijnen minder vaak dan kranten. Tijdschriften richten zich meestal op een specifieke doelgroep. Kranten en tijdschriften hebben tegenwoordig een website of een digitale editie.

Audiovisuele middelen
Televisie en radio zijn voorbeelden van audiovisuele media. Radio- en televisieprogramma's worden in Nederland uitgezonden door publieke omroepen en commerciële omroepen. Er zijn landelijke publieke en commerciële omroepen, maar ook lokale en regionale omroepen. Publieke omroepen krijgen geld van de Nederlandse overheid om programma 's te maken. Publieke omroepen mogen geen winst maken.

Commerciële omroepen maken radio- en tv-programma's voor een breed publiek. Ze verdienen geld door reclamezendtijd te verkopen aan adverteerders. Adverteerders betalen veel geld voor reclames die te zien zijn tijdens goed bekeken tv-programma 's. Hoe meer kijkers een programma trekt, hoe duurder de reclamezendtijd in de reclameblokken.

Alle publieke en commerciële omroepen hebben tegenwoordig een website. Veel radio- en tv-programma's kun je op internet beluisteren of terugkijken.

Digitale of nieuwe media
De digitale of nieuwe media zijn de nieuwste vorm van massamedia. Het internet is één van de belangrijkste vormen van nieuwe media. Internet is de verzamelnaam van het wereldwijde netwerk van aan elkaar gekoppelde computers. Net als in de traditionele media kun je op het internet nieuws, achtergrondinformatie, beelden en muziek vinden. Maar het internet is veel directer, sneller en interactiever dan de traditionele media.

Binnen de nieuwe media zijn de sociale media heel populair. Via de sociale media kunnen mensen online met elkaar in contact komen. Voorbeelden van sociale media zijn Facebook, Twitter, Instagram en MySpace.

Sociale media hebben een aantal kenmerken. Sociale media zijn interactief.  Je bent zowel zender als ontvanger. Dat maakt sociale media anders dan bijvoorbeeld televisie of kranten. Gebruikers van sociale media kunnen zelf nieuws maken en verspreiden.
Als iets populair wordt onder veel gebruikers van sociale media, wordt dit vanzelf een belangrijk onderwerp. Ook bevorderen sociale media contacten tussen mensen.

Kennischeck

Communiceren                  

Het geven en ontvangen van informatie.

Massacommunicatie        

Communicatie dat is gericht op een groot publiek van ontvangers.

Massamedia

Communicatiemiddelen waarmee een groot aantal mensen tegelijkertijd kan worden bereikt.

Media                                  

Middelen die je gebruikt bij het overbrengen van informatie.

Non-verbale communicatie                     

Communicatie waarbij geen woorden worden gebruikt.

Ontvanger    

De persoon of de groep die een bepaalde boodschap binnenkrijgt.

Verbale communicatie      

Communicatie waarbij gebruik wordt gemaakt van gesproken of geschreven woorden.

Zender          

De persoon of de groep die een bepaalde boodschap wil overbrengen of verspreiden.

Doelgroep    

Een groep mensen die een bepaalde belangstelling met elkaar deelt en waar media zich op richten.

Internet        

De verzamelnaam van het wereldwijde netwerk van aan elkaar gekoppelde computers.

Sociale media        

Digitale media waarmee mensen online met elkaar in contact kunnen komen.

 

Thema 2. Invloed van de media

Invloed van de media
Er bestaan verschillende theorieën over de invloed van de media in de samenleving, waaronder:
-           de injectienaaldtheorie;
-           de theorie van de selectieve waarneming;
-           de agendatheorie.

Injectienaald\theorie
Volgens de injectienaaldtheorie hebben de media veel invloed op mensen. De invloed van de media is volgens deze theorie te vergelijken met het geven van een injectie. De media zijn in staat om mensen via 'injecties' bepaalde denkbeelden op te dringen. Volgens de injectienaaldtheorie nemen mensen bepaalde ideeën over als ze maar vaak genoeg met die ideeën worden geconfronteerd.

Theorie van selectieve waarneming
Volgens de theorie van de selectieve waarneming is de invloed van de media beperkt. Gebruikers van media nemen alleen standpunten over als deze aansluiten bij hun eigen opvattingen. Media zijn wel in staat bestaande opvattingen te versterken. Wat je al dacht wordt versterkt, omdat je uit de media alleen die argumenten oppikt die jouw mening ondersteunen. Naar meningen die in strijd zijn met je bestaande opvattingen, luister je volgens deze theorie niet of je neemt die argumenten niet serieus.

Agendatheorie
Volgens de agendatheorie bepalen de media niet hoe mensen denken, maar over welke onderwerpen ze nadenken en waarover ze met elkaar praten. Doordat de media aandacht aan bepaalde onderwerpen besteden, wordt er over deze onderwerpen op school of op het werk gesproken. Maar het omgekeerde is ook het geval. Media geven aan bepaalde onderwerpen geen aandacht. Deze onderwerpen zijn dan ook geen onderwerp van gesprek in de samenleving.

Kwaliteit van informatie
Je komt elke dag in aanraking met grote hoeveelheden  informatie. Via massamedia  wordt informatie heel snel doorgegeven. Als er aan de andere kant van de wereld iets belangrijks gebeurt, kun je dat binnen enkele seconden te weten komen. Je moet altijd kritisch om gaan met de informatie die je via de media ontvangt. Je moet op een aantal dingen letten bij het beoordelen van informatie.
-           Hoe objectief is de informatie?
-           Hoe geloofwaardig is de zender van de informatie?
-           Wordt er een bron vermeld?
-           Wordt er hoor- en wederhoor toegepast?
-           Welk belang heeft de zender van de informatie?

Subjectief en objectief
Informatie in de media is gebaseerd op feiten en meningen. Iets is objectief als het gebaseerd is op feiten. Objectieve informatie  is informatie die is gebaseerd  op feiten: je  kunt aantonen  dat de boodschap juist is. Iets is subjectief al s het wordt beïnvloed door een mening of een gevoel. Subjectieve informatie bevat een mening. Het kan lastig zijn om erachter te komen of informatie in de massa­media objectief of subjectief is. Soms wordt iets namelijk als feit gepresenteerd, terwijl het eigenlijk een mening is.

Geloofwaardigheid
Niet alle zenders van informatie zijn geloofwaardig. Een zender is geloofwaardig als die persoon of organisatie zorgvuldig heeft onderzocht wat er is gebeurd en alle gegevens heeft gecontroleerd. De zender heeft daarbij geprobeerd de informatie zo veel mogelijk op feiten te baseren.

Bronvermelding
Een bron is de persoon of de organisatie van wie bepaalde informatie afkomstig is. Anonieme bronnen zijn onbekende bronnen. Deze bronnen kun je niet controleren. je weet niet wie het bericht de wereld in heeft gebracht. Als de bron niet wordt vermeld , kun je vaak niet controleren of de informatie waar is.

Hoor- en wederhoor
Hoor- en wederhoor  betekent dat de informatie  is gecontroleerd en dat verschillende opvattingen naast of tegen over elkaar zijn gezet. De lezer, luisteraar afkijker kan dan zelf bepalen aan welke opvatting hij de meeste waarde hecht.

Belangen
De zender van informatie kan belang hebben bij de verspreiding van informatie. De zen der wil dan iets bereiken door de informatie via de massamedia te verspreiden. Je moet kritisch kijken naar het belang dat de zender van de informatie heeft.
Als een bedrijf bijvoorbeeld een persbericht uitgeeft, zal dit bericht het belang van het bedrijf vertegenwoordigen. Een andere kant van het ver h aal wordt door het  bedrijf misschien niet benoemd.

De risico’s van media
Het gebruik van massamedia biedt veel voordelen. Maar er zijn ook risico's aan verbonden. Bijna alles wat je op internet doet, wordt opgeslagen en bewaard. Als je op internet surft, laat je sporen na. Foto's of filmpjes die je op internet zet, kunnen jaren  later nog worden teruggevonden. Ook wordt alles wat je op internet doet, gevolgd en geregistreerd. Die gegevens zijn heel interessant voor bedrijven. Als ze veel over jou weten, kunnen bedrijven jou heel specifiek benaderen met reclame voor hun producten.

Een andere bedreiging voor de privacy vormt het lP-adres van je computer. Het lP-adres is een digitaal adres van een computer of netwerk. Een IP-adres bevat informatie over waar de computer of het netwerk staat. Het IP-adres wordt doorgegeven bij elke e-mail en bij elk bezoek van een website. Al deze gegevens worden voor zes maanden opgeslagen. Iemand die deze gegevens kan inzien, weet dus welke websites jij hebt bezocht. De politie kan onder bepaalde voorwaarden toegang krijgen tot deze informatie.

Massamedia zijn belangrijke middelen om informatie te verspreiden. Maar via de massamedia kan ook onjuiste informatie gemakkelijk worden verspreid. Niet iedereen kan even goed inschatten of informatie  klopt.

Massamedia kunnen ook worden misbruikt om mensen aan te zetten tot crimineel of asociaal gedrag. Via de media kun je snel veel mensen bereiken. Bovendien kun je via veel media redelijk anoniem blijven. Dat maakt de drempellager voor sommige mensen om anderen aan te sporen tot crimineel of asociaal gedrag. Het is bijvoorbeeld veel laagdrempeliger om iemand v ia internet uit te schelden dan op straat.

Massamedia kunnen heel handig zijn om in contact te komen met andere mensen. Dit kan ook een keerzijde hebben. Digitaal pesten komt regelmatig voor. Digitaal pesten gebeurt bijvoorbeeld via chatboxen of internetforums. Voorbeelden van digitaal pesten zijn ongevraagd vreemde foto's van iemand op internet zetten, iemand uitschelden of bedreigen per e-mail of iemand stalken via een sociaal netwerk.

Massamedia kunnen ook gebruikt worden om grote groepen mensen te manipuleren en om propaganda te verspreiden. Manipulatie is het bewust verdraaien of weglaten van bepaalde informatie om een bepaald doel te bereiken. Een ernstige vorm van manipulatie is propaganda. Propaganda is het geven van uitsluitend eenzijdige informatie om aanhangers voor een bepaald standpunt of voor een bepaalde zaak te winnen. Degene die propaganda maakt, wil dat zoveel mogelijk mensen het met zijn standpunt eens zijn. Bepaalde informatie of meningen structureel weglaten of verbieden, noem je censuur. Propaganda en censuur kunnen ervoor zorgen dat grote groepen mensen niet of verkeerd geïnformeerd zijn over belangrijke gebeurtenissen .

Uitwerking begrippen

Bron                        De persoon of organisatie van wie bepaalde informatie afkomstig is.

Censuur                   De situatie waarbij bepaalde informatie of meningen structureel worden weggelaten of
                              verboden.

Hoor- en Wederhoor  Het principe dat een verhaal is gecontroleerd en dat verschillende meningen naast of
                              tegenover elkaar zijn gezet.                        

Manipulatie              Het bewust verdraaien of weglaten van bepaalde informatie om een bepaald doel te bereiken.

Objectief                  Op feiten gebaseerd.

Propaganda             Het geven van uitsluitend eenzijdige informatie om aanhangers voor een bepaald standpunt
                             of bepaalde zaak te winnen.

Subjectief                Door je mening of je gevoel beïnvloed.