Theorie gemeenteraad

Lokale politiek is, afgemeten aan de verkiezingsopkomst, weinig populair,  maar staat wel het meest dicht bij de burger. Gemeenten nemen besluiten over zaken die de overheid niet geregeld heeft en dus aan de gemeente overlaat. Maar het kan dus ook zijn dat de gemeente op lokaal niveau landelijk beleid uitvoert, omdat de overheid dat voorschrijft.

 

Wie spelen er allemaal een rol in de gemeente?

 

De burgemeester:

Wordt benoemd door de regering bij Koninklijk Besluit (KB) voor een periode van zes jaar. Is lid van de gemeenteraad en van het college van B&W. Heeft binnen de raad geen stemrecht en binnen het college van B&W wel stemrecht.

Belast met de handhaving van de openbare orde en de veiligheid en daardoor onder andere chef van de politie en de brandweer.

 

Het college van B&W:

Het dagelijks bestuur van de gemeente. Wethouders worden door de gemeenteraad benoemd. Het college wordt geformeerd aan de hand van de verkiezingsuitslag. Net als landelijk, heeft de grootste fractie het initiatief bij de coalitievormingsgesprekken. De burgemeester is de voorzitter van het college. Iedere wethouder heeft één of meerdere portefeuilles.

 

De gemeenteraad:

Hoogste orgaan van de gemeente, wordt rechtstreeks door de burger gekozen. Aantal raadsleden hangt af van het inwoneraantal van de gemeente. Heeft een oneven aantal zetels, zodat er altijd een besluit kan worden genomen als ergens over gestemd wordt.

Verkiezingen vinden eens in de vier jaar plaats.

Een zeer belangrijke taak van de raad is het aangeven van kaders waarbinnen het college van B&W haar werk moet doen. Dit werk wordt vervolgens door de raad gecontroleerd. Als een wethouder of de burgemeester zich niet houdt aan de afspraken, kan de raad haar ter verantwoording roepen. Dit is een vergelijkbaar systeem dat we zien bij de regering en de Tweede Kamer.

 

 

Hoe werkt de besluitvorming binnen de gemeente:

 

  1. De voorzitter van de gemeenteraad bepaalt de inhoud van de agenda. Deze onderwerpen komen van het college af.
  2. Een onderwerp (bijvoorbeeld de gevolgen van het invoeren van de komende Jeugdwet), wordt behandeld in raadscommissies. Hierin zitten specialisten van de fracties die tot een gezamenlijk voorstel komen. Zij nemen de wethouder veel werk uit handen door voor de raadsvergadering hierover te discussiëren en een advies te formuleren. Bijkomend belangrijk voordeel is dat hierdoor de raadsvergaderingen met het college van B&W redelijk vlot verlopen. Dit soort overleg vindt plaats voordat er een besluit moet worden genomen door de gemeenteraad tijdens een raadsvergadering.
  3. In de raadsvergadering wordt er over het voorstel gestemd. De wethouder (met in dit voorbeeld de portefeuille gemeentelijke zorg) neemt het advies wat door de raadscommissie gegeven is over en als het een positief advies is, brengt hij dit naar voren tijdens de raadsvergadering. Is het negatief, dan wordt het voorstel teruggetrokken om te voorkomen dat de wethouder een politieke nederlaag lijdt tijdens die vergadering. De burgemeester is de voorzitter van de raadsvergadering.
  4. Als het besluit aangenomen wordt, gaat het college hier uitvoering aan geven, waarbij ze gecontroleerd worden door de raad.