Gestoken vegetatief

Vegetatief schikken
Je kunt materialen ook op een natuurlijke manier verwerken. Je kijkt naar de groeiwijze van de bloem of de tak. Vooral de stand van de knoppen en bladeren is belangrijk. Vervolgens probeer je in je bloemwerk de materialen in dezelfde stand te gebruiken. Je noemt dit vegetatief schikken. Je zoekt ook materialen uit die in de natuur bij elkaar passen. Een voorbeeld is riet, waterlelie en water. De materialen staan in de natuur bij elkaar. Je gebruikt dus verschillende vormen van bloemen door elkaar. Je kunt bijvoorbeeld langwerpige, ronde en driehoekige vormen op een spannende manier afwisselen.

Werken met groepen
Je hebt nu naar de vindplaats, de groeiwijze, de bloeiwijze en de bloemvormen gekeken. Als je een mooi bloemstuk wilt maken, moet je dit in drie groepen verdelen die op elkaar afgestemd zijn. Zo wordt je bloemstuk één geheel. De drie groepen zijn:

Opdracht 1: Maak een collage
Maak een collage van verschillende bloei- en groeiwijzen.
Met deze opdracht werk je aan de competentie beslissen en activiteiten initiëren.

 

Opdrachtblad Collage van groei- en bloeiwijzen BB


Opdracht 2: Vegetatief bloemwerk maken
Maak een vegetatief bloemstuk in een bepaald milieu.
Met deze opdracht werk je aan de competenties vakdeskundigheid toepassen en materialen en middelen inzetten.

 

Opdrachtblad Vegetatief bloemstuk maken BB

 

 


Inkoopprijs en verkoopprijs
Een bloemist koopt bloemen, planten, potten en vazen in op de veiling, bij de grossier of bij de groothandel. De prijs die hij daar betaalt, is de inkoopprijs.
Je gebruikt de inkoopprijs bij het berekenen van de verkoopprijs. Je doet dit meestal door de inkoopprijs met een bepaald percentage te verhogen. Dit is het opslagpercentage ofwel de winstopslag.

De verkoopprijs van een product = de inkoopprijs + het opslagpercentage.

Opslagpercentage

  


Voor meer informatie kun je de volgende bronnen raadplegen:
 

Praktijkkaart: Vegetatieve schikking maken

  

Film: Vegetatieve schikking maken