Tijdens het maken van de woordspin zijn door de leerlingen waarschijnlijk al wat dingen gezegd die te maken hebben met het gedrag van de geit. Ga dieper in op het gedrag van de geit en kom hierbij terug op de woorden die zijn genoemd in de woordspin. Het kan zijn dat de leerlingen op nieuwe woorden komen die met het gedrag te maken hebben, schrijf deze woorden op in de woordspin. Laat de leerlingen individueel opdracht 1 op het werkblad maken.