De leerlingen weten nu hoe geitenkaas gemaakt wordt en welke producten een geit allemaal kan produceren. Voor de volgende opdracht is bijlage 2 nodig. Hierin staan weetjes over de geit en de producten. Bespreek klassikaal met de leerlingen of de weetjes goed of fout zijn.
Suggestie: Eventueel kunnen de leerlingen gekleurde blaadjes omhoog houden bij goed en/of fout, zodat iedereen hieraan mee kan doen. Ook zouden de leerlingen bij ‘goed’ aan de linkerkant van de klas kunnen gaan staan en bij ‘fout’ aan de rechterkant van de klas. Of ze moeten een petje/hoedje op hun hoofd houden bij ‘goed’ en bij ‘fout’ het petje/hoedje af doen.