Voldoende | Goed |
---|---|
De toren is een meter hoog. | De toren is veel hoger dan een meter. |
De toren kan wel tegen de wind maar het houdt niet over en valt bijna om. |
De toren blijft gemakkelijk staan! |
Als er iets op de toren staat, valt hij niet om. | Er kan qua gewicht meer opstaan dan het lege pakje thee. |
De rollen in het groepje zijn verdeeld. | Iedereen in het groepje was het eens met de rollenverdeling. |
Iedereen heeft meegewerkt | Er is op een goede en leuke manier samengewerkt en de leden van het groepje vonden het leuk om samen te werken |
Meester Erwin en Juf Paula gaan jullie op deze punten beoordelen.
Natuuuuuuurlijk, is er ook een winnaar.
Het groepje met de beste toren én beste beoordeling wint... Een verassing!