Er zijn waarschijnlijk net zoveel definities van trainen als dat er diertrainers zijn. Wat het zelfs nog meer verwarrend maakt, is dat er veel verschillende juiste manieren zijn om een dier te trainen. Ook zijn er meerdere foute manieren van trainen.
Al deze verschillende definities hebben waarshijnlijk één ding gemeen: ze spreken allemaal over het iets aanleren. Daarom kun je trainen uitleggen door middel van de volgende vergelijking: Trainen = aanleren.
Waarom trainen we?
Als docenten of trainers moeten we weten waarom we trainen. Er moet een doel achter zitten. Als je een bezoeker van een dierentuin vraagt: "Waarom worden de dolfijnen getraind, denk je?", dan zal het antwoord waarschijnlijk zijn: "Zodat ze door de hoepel kunnen springen en shows kunnen geven!". De waarheid ligt hier vaak ver vandaan. Natuurlijk moet een dier getraind worden om een show te kunnen geven, maar dit mag nooit de hoofdreden zijn om een training op te starten.
De meest belangrijke redenen om een training te starten, zijn de redenen die het dier zelf ten goede komen. Andere redenen, zoals het helpen van de diersoort of het vergroten van onze kennis zijn ook belangrijk, maar mogen geen hoofdredenen zijn.
De hoofdredenen voor het trainen van een dier vallen in 3 categorieën, welke gericht zijn op het verhogen van het welzijn van het dier:
Afbeelding 1: Het Braziliaanse regenwoud kan nooit volledig nagebootst worden in een dierentuin.
Naast bovenstaande hoofdredenen om te trainen, zijn er ook nog secundaire redenen om te trainen. De secundaire redenen zijn vaak meer duidelijk zichtbaar voor het publiek: recreatie, educatie, onderzoek en werk.
Afbeelding 2: stressvrije bloedafname bij een olifant is mogelijk doordat dit getraind is.
Het doel van trainen
Zoals je hebt gelezen, heeft een training dus een doel nodig. Een goed trainingsdoel voldoet aan een aantal eisen:
Een goed trainingsdoel is bijvoorbeeld het verlagen van stress bij de dagelijkse omgang met en het hanteren van het dier. Het dier heeft hier nut bij, doordat de stress verlaagd wordt. Dit komt het welzijn va het dier ten goede. Daarnaast heeft het dier door de training een nieuwe uitdaging. De verzorger heeft hier baat bij, doordat het dier rustiger in de omgang zal worden en daardoor ook veiliger wordt om mee te werken. Voor de organisatie is het voordeel dat het dier door ontbreken van de stress zeer waarschijnlijk langer zal leven en dat de bezoekers meer tevreden zijn omdat ze het dier beter kunnen zien.
Traingsdoelen kunnen daarnaast ook te maken hebben met (her)opvoeding en hobby.
Maar waarom is het opstellen van een trainingsdoel zo belangrijk?
Door het opstellen van een traningsdoel kun je controleren of je training geslaagd is. Daarnaast kost een training vaak geld. Het personeel kan tijdens de training immers geen andere werkzaamheden doen. Als duidelijk is wat er met de training bereikt kan worden (en vooral: wat de voordelen zullen zijn) kun je (financiële) goedkeuring voor de training krijgen van de organisatie. Daarnaast kun je, door de voordelen te benoemen, draagkracht creëren voor de training. Dit zorgt ervoor dat iedereen achter de training staat.