Als een koe niet meer tochtig is geworden, kan een koe drachtig zijn. Toch is het goed om te controleren of de koe echt drachtig is. Een koe die niet drachtig is, kost de boer geld. Drachtcontrole kan makkelijk doormiddel van het scannen van de baarmoeder. De dierenarts kan dan de vrucht zien zitten in de baarmoeder.
Na de bevruchting van de koe heeft zij een draagtijd van negen maanden. Waarin de bevruchte eicel zich ontwikkelt tot een levensvatbaar kalf.
Na twee maanden is de vrucht in aanleg al helemaal compleet Na vijf maanden begint het embryo te bewegen. Na zeven maanden is het kalf ‘af’ wat lichaamsverhoudingen betreft. Het kalf moet dan vooral nog groeien en haar en tanden krijgen.
Drachtige melkkoeien worden in de regel gewoon doorgemolken, tot zo’n 2 maanden voor het afkalven. Dan wordt er van het ene op het andere moment gestopt met melken; de koe wordt ‘drooggezet’. Zo’n ‘droge koe’ kan dan goed op kracht komen voor de aanstaande bevalling. Bij het droogzetten verandert de hormoonhuishouding van de koe. Goed het gedrag, de conditie en de gezondheid in de gaten houden is het devies. De voedselopname daalt geleidelijk tijdens de droogstand, vooral omdat het kalf in de baarmoeder steeds meer plaats gaat innemen. Meestal worden wat krachtvoer en extra vitaminen en mineralen aan het rantsoen toegevoegd. Een hoogdrachtige koe mag echter zeker niet vervetten, want dat kan geboorteproblemen veroorzaken.
Aan het eind van de dracht heeft de koe vooral rust en een ruim en schoon bed nodig. De rechterkant van het koeienlijf, daar waar het kalf zit, is dan veel dikker en ronder dan de linkerkant. Op de dag van het afkalven zal een koe weinig eten. Vaak is ze een beetje gestresst. In het weiland lopende koeien die gaan afkalven zonderen zich vaak van de kudde af.