Rassen

Er lopen tegenwoordig tientallen verschillende koeienrassen in Nederland rond. Meest bekend zijn de melkkoeien, waarvan er meer dan één miljoen zijn. Ze zijn meestal zwart/wit of rood/wit gevlekt. Officieel heten ze Holstein zwartbont of roodbont.

 
De andere koeien die je in de wei of in natuurgebieden ziet lopen, zijn meestal `vleeskoeien`, ook wel dikbillen genoemd. Dit zijn vooral buitenlandse rassen, zoals de Belgische witblauwe, de Blonde d´Aquitaine en de Limousin uit Frankrijk en de Verbeterde roodbonte uit Nederland. Hieronder een overzicht van twintig koeienrassen in Nederland.

 

Holstein zwartbont
Zwart en wit, soms heel grillig gevlekt. Groot, vaak mager, een echte melkkoe. Oorspronkelijk uit Nederland, maar een eeuw lang gehouden in Amerika, voor de dieren in 1980 terugkwamen.
Holstein roodbont
Rood en wit, soms heel grillig gevlekt. Groot en vaak zonder veel spieren. Geeft veel melk en heeft een grote uier. Familie van de zwartbonten, maar lang werden de roodbonten nauwelijks serieus genomen.
Lakenvelder
Zwart en soms rood met een wit ‘laken’ over de romp. De koeien hebben een voorname uitstraling en lang werden ze dan ook gehouden op de weilanden bij kastelen. Toen die verdwenen werden ze zeldzaam.
Mrij (maas-rijn-ijssel)
Rood en wit. Kwam vanouds voor in het rivierengebied. Vandaar de naam.Al heel lang gebruikt voor melk en ook vlees. vooral hun kalveren waren geliefd, omdat ze prima wilden groeien. De koeien verdienen respect omdat ze economisch goed presteren.
Brandrood
Vrijwel helemaal donkerrood en prima bespierd. Een sober ras, dat daarom heel geschikt is voor beweiding van natuurgebieden als uiterwaarden. Ze doen denken aan de rivierkoeien van heel vroeger.
Verbeterd roodbont
Donkerrood en rond van vormen. De roodbonte koeien van ons land kenden vele variaties. De meest bespierde werd ontwikkeld in de richting van een vleeskoe, die opviel door haar mooie, ronde billen.
Blaarkop
Zwart of rood met een witte kop en ‘blaren’ rond de ogen. Koeien met een prachtige ruglijn en stevige spieren. Vooral hun poten zijn sterk, zodat ze steeds belangrijker worden als natuurverzorgers.
Witrik
De kleur van de gestippelde body kan variëren: zwart, grijs of zelfs blauwachtig. Vast patroon is de witte streep over de rug. Die kwam ook al voor bij de oeros, dus gaat het hier om een oud koeienras.
Fries roodbont
Veel rood en wit, met mooie vormen in het lijf. Honderd jaar geleden dreigden ze uit te sterven, omdat men meende dat ze ongewenste varianten waren van zwartbonte ouders. Soms werden ze te vondeling gelegd.
Fries-hollands zwartbont
Zwart en wit, mooi afgebakend en een wit vlekje op de kop: een ‘kol’. Een eeuw lang het meest bekende ras in Nederland, dat in heel de wereld beroemd werd. Sinds 1980 bleek dat andere rassen meer melk produceerden.
Jersey
Lichtbruin tot reekleurig en klein. Doet een beetje aan een hert denken, vooral ook door de grote ogen. Een Engels ras, dat populair werd omdat het in de melk een hoog vetgehalte had, waaruit veel boter gemaakt kon worden.
Montbéliarde
Donkerrrood en wit met witte kop. Een bergras uit het oosten van Frankrijk, dat opvalt door stevige vormen, sterke poten en toch een goede melkproductie. Daarom ook in Nederland behoorlijk populair.
Brown swiss
Grijsbruin met een zwarte neus en een witte muil. Een bergkoe uit Zwitserland, die tegenwoordig vooral in Amerika veel voorkomt. Het zijn koeien met sterke poten en een mooie uier.
Piemontese
Grijs met donkere ‘blaren’ rond de ogen. Een Italiaans vleesras, dat geen extreme spiermassa’s heeft, zodat de kalveren gemakkelijk worden geboren. Daarom zijn ze in Nederland veel gebruikt bij kruisingen.
Belgisch witblauw
Blauw en wit en soms vrijwel helemaal wit. Een Belgisch vleesras bij uitstek, kijk maar eens naar de enorme dijen en de andere vleespartijen. Ze geven maar nauwelijks voldoende melk om hun kalveren te kunnen voeden.
Blonde d’aquitaine
Licht- of donkerblond, de gebogen horens vaak wat naar beneden. Een vleesras uit het zuidwesten van Frankrijk, dat opvalt door een evenredige bouw van het forse lijf. Een mooie koe in het landschap.
Charolais
Wit of crème met een roze neus en flinke horens. Een ras uit Midden-Frankrijk, dat door de forse lichaamsbouw en hun rustige gedrag indruk maakt in het landschap. Een echt vleesras, wereldwijd gewaardeerd.
Limousin
Rood of roodbruin met korte horens. In Frankrijk werden de koeien vroeger gebruikt voor de kar of de ploeg, tegenwoordig zijn het vleesleveranciers. Forse dieren zijn het, met mooie lijnen en flinke ‘schoft (de schouders)
Schotse hooglander
Bruin met een dikke vacht en lange horens. Vanuit Schotland zijn ze rond1985 naar Nederland gekomen om natuurgebieden te begrazen. Ze zijn ‘winterhard’ en passen goed op hun kalfjes.
Hereford
Donkerrood met witte kop en staartpluim en omlaag gebogen horens. Een voornaam, Engels vleesras met een brede, ruige rug en korte poten, dat in de loop van de tijd over de hele wereld populair is geworden.

Rassen herkennen runderen