Gedrag en Hanteren

Koeien leven in een groep. Zo’n groep koeien noemen we een kudde. In het wild bestaat een kudde uit ongeveer 20 koeien. Wanneer het licht wordt, gaan de koeien eten en wanneer het donker is gaan ze rusten. Op het midden van de dag gaan de koeien meestal ook liggen. Koeien die bij dezelf de groep horen, doen elkaar na. Als de een gaat eten, gaat de rest ook eten. Eén van de koeien in de kudde is de baas, de leider van de groep. Meestal doet de
leider van de kudde voor wat ze gaan doen en de rest doet het dan na. Wanneer de leider gaat rusten, gaat de rest van de kudde ook rusten. Behalve de leider, zijn sommige koeien ‘belangrijker’ dan andere in de kudde en mogen
bijvoorbeeld eerder eten of een goed plekje uitkiezen. Zo heeft iedere koe haar eigen plaats in de kudde. Deze verdeling heet de rangorde. De oudere dieren staan meestal bovenaan de rangorde. Zij zijn dus meestal de baas. Hoe hoger in de rangorde, hoe eerder je mag eten. Bij een rangorde zijn er dus bazen en onderdanen. Dit worden
dominante en onderdanige dieren genoemd.

 

Gedrag

Als je de dieren verplaatst, probeer dan rekening te houden met hun gedrag. Controleer eerst of het dier geschikt is voor vervoer. Het dier mag niet ziek zijn en moet goed kunnen lopen. Als je een koe uit de wei moet halen, is dit vaak lastiger dan wanneer je de hele groep koeien uit de wei moet halen. Het dier wil bij de groep blijven, het is een echt kuddedier. Het is dan vaak handiger de koe in de stal aan het voerhek vast te zetten. Daarna kun je de koe een halster om doen en makkelijk uit de groep halen. Bij jonge dieren moet je wel oppassen: ze zijn nog niet gewend om een halster aan te hebben. Ook moeten koeien weer wennen als ze voor het eerst in de wei komen. Ook dit geldt vooral voor jongvee dat voor de eerste keer in de wei komt.

Hanteren

Runderen kunnen behoorlijk trappen met hun achterpoten. Houd daar rekening mee als je een rund wilt hanteren. Runderen zijn prooidieren, dus ze schrikken snel. De ogen staan aan de zijkant van de kop. Daardoor kunnen

ze in een keer een groot gebied zien. Met hun gewicht (zo’n 600 kg) kunnen ze je gemakkelijk omverlopen. Runderen zijn bang voor gladheid, want dan kunnen ze uitglijden. Als je je aan onderstaande regels houdt, kun je een rund veilig en rustig hanteren:

- Benader een rund altijd van de zijkant of schuin van voren, dan ziet ze je het beste aankomen.

- Praat rustig, dan weet ze waar je bent.

- Als je bang bent dat ze gaat trappen, ga dan tegen de achterpoten aan staan. Als ze dan trapt, dan komt dat niet zo hard aan. (De poot heeft nog geen snelheid kunnen maken.)

- Loop voor het rund, meestal volgt ze dan wel.

- Vermijd zo veel mogelijk gladde paden. Kan dit niet, loop dan nog rustiger en houd het rund goed in de gaten.

- Als ze onrustig wordt, kun je haar kalmeren door haar te krabben op plekjes waar ze zelf niet bij kan, bijvoorbeeld bij de staartinplant.

- Een rund loopt niet van het licht naar het donker, dus zorg ervoor dat ze naar een lichte plek toe kan lopen.

 

Een koe omzetten

Een koe leiden