beluchten

Beluchten en bezanden.

Op sportvelden zal de grond steeds worden aangelopen. De grond worsdt hard waardoor de wortels slechter naar beneden kunnen wortelen. Met een penetrometer kun je meten hoe hard de grond is en op welke diepte de grond is verdicht. Ondiepe verdichting kun je verhelpen met een prikrol of eventueel een greep.

Met een schudfrees kun je de grond opensnijden en de grond dieper beluchten.

Met een vertidrain prik je diepe gaten met holle pijpen. De grond uit deze pijpen wordt op de grasmat gelegd. Je kunt deze hoopjes grond afvoeren en de gaten opvullen met geel zand. Eventueel een mengsel van geel zand met turfmolm. Het gele zand zorgt er voor dat regenwater sneller de grond in zakt.

Video's van de genoemde machines vind je terug bij het hoofdstuk grondbewerking.