Opdr.
2: gebruik de atlas
- Welk klimaat komt het meest voor de islamitische wereld? ( gebruik daarbij de wereldkaart klimaatgebieden)
……………………………………………………………………………
- Welke twee natuurlijke zones horen bij dit klimaat?
- ………………………………………………………………………..
- ………………………………………………………………………..
- Schrijf de breedteligging in de invulvakjes op W3. Zet erbij of het noorderbreedte ( NB ) of zuiderbreedte ( ZB ) is.
- Ligt de islamitische wereld op hogere of op lagere breedte dan Nederland.
…………………………………………………………………………..
Opdr.
3: lees in je leesboek de islam
- Schrijf de betekenis op van de volgende drie woorden:
- Allah: ………………………….
- Mohammed: …………………..
- Koran: ……………………….
- Welke betekenis heeft Mekka in de islam?
………………………………………………………………………..
Opdr.
4: lees de tekst van figuur 1
- Hoeveel hoofdregels heeft de islam?
……………………………………………………..
- Bekijk de figuren 2 en 3.
Welke twee hoofdregels zie je op de foto’s
……………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………..
- De ramadan valt niet elk jaar op dezelfde tijd. Leg uit waarom voor moslims in Nederland het vasten in de zomer moeilijker is dan in de winter.
…………………………………………………………………………………..
Opdr.
5: lees in het basisboek B123 cultuur
- Noem drie natuurlijke kenmerken van jezelf, bijvoorbeeld de kleur van je ogen.
- ……………………………………
- …………………………………..
- ……………………………………
- Bekijk de checklist figuur 7.19 in het basisboek. Vul het schema van W4 jouw naam en de gevraagde cultuurkemerken van jezelf in.
- Vergelijk je antwoorden met die van je klasgenoten. Zijn er grootte verschillen in de klas? Ja/nee
- Hoe komt dat.
W4 Mijn cultuurkenmerken
Cultuurkenmerken van (naam)
.........................................
Moedertaal ...........................
Godsdienst ............................
Favoriete kleding ......................
Favoriete sport ............................
Favoriete eten ...........................
Favoriete muziek ..........................
Favoriete tv-programma .........................
Opdr.
6: bekijk figuur 7.20 in het basisboek
- Tot welk cultuurgebied behoort Nederland.
……………………………………………………………..
- Bedenk zelf drie cultuurkenmerken van de westerse wereld.
- ………………………………………
- ……………………………………..
- …………………………………….
Opdr.
7: lees in je lesboek de islamitische wereld en bekijk figuur 2 tot en met 5
- Wat zijn de twee belangrijkste cultuurkenmerken van de islamitische wereld.
- …………………………………………………
- ………………………………………………..
- Op de foto’s is het cultuurkenmerk godsdienst goed zichtbaar. Noem nog twee andere cultuurkenmerken uit de ( Arabische ) cultuur die je op de foto’s kunt zien.
- ………………………………………………….
- ………………………………………………….
Opdr.
8: lees in je lesboek een cultuurgebied? En bekijk de figuren 3, 4 en 5
- Hoe kun je op de foto’s zien dat er grote verschillen in cultuur zijn in de islamitische wereld?
……………………………………………………………………………………………………………………………………….
- In welke twee grote islamitische landen wonen veel sjiieten?
- …………………………………………………………………
- ………………………………………………………………….
- In welk land rond de evenaar wonen ook veel islamieten?
………………………………………………………………………………….....
- Waarom hoort dat land niet bij de islamitische wereld, denk je?
……………………………………………………………………………………………
Opdr.
10: gebruik de figuren en teksten van de hele paragraaf.
- Een ander woord voor islamiet is …………………….
- …………….. is de heilige stad voor de islam.
- De vastentijd heet de …………………….
- Het heilige boek van de islam is de ……………..
- De belangrijkste taal in de islamitische is ………………………..
- De islamitische rustdag is de ………………….
- ……………………… zijn islamieten die streng zijn in de leer.
- De islamitische wereld omvat grote delen van …………………… en ……………………..
- De heilige stad van de moslims ligt in het land ……………………….
- Een gebied met de zelfde godsdienst, taal en gewoonte noem je …………………………