Opdrachten:
1.a.schrijf de namen van de landen in de lijst hieronder op, gebruik daarbij de staatkundige wereldkaart in de altlas.
Landen
a:
b:
c:
d:
e:
f:
g:
h:
i:
j:
k:
l:
1.b: schrijf de nummers van de steden van het plaatje vóór de plaatsnamen hieronder.
steden
...........................Algiers ...................... Dubai
..........................Ankara ......................Istanbul
.........................Bagdad .....................Jeruzalem
........................Casablanca......................Mekka
........................CaÏro...............................Riad
.................................Damaskus...........................Teheran
C. naast het kaartjes staan wateren a t/m j. Schrijf de letters van de wateren in de juiste rondjes op de kaart.
wateren
a Atlantische Oceaan
b Middellandse Zee
c Zwarte Zee
d Kaspische Zee
e Perzische Golf
f Arabische Zee
g Rode Zee
h Nijl
i Eufraat
j Tigris
D. een grrot deel van de islamitische wereld ligt in het Midden-Oosten. Welke vijf islamitische landen van de kaart liggen daarbuiten?
hier is de kaart:
file:///C:/Users/Gebruiker/Pictures/Camera-album/afbeelding151.jpg
2.
A. Welk klimaat komt het meest voor in de islamitische wereld?(gebruik daarbij de wereldkaart klimaatgebieden).
B. welke twee natuurlijke zones horen bij dit klimaat?
C. Schrijf de breedteligging in de invulvakjes op de kaart hierboven. zet erbij of het noorderbreedte (NB) of zuiderbreedte (ZB) is.
D.Ligt de islamitische wereld op hoger of op lagere breedte dan Nederland.
3.
A.Schrijf de betekenis op van de volgende drie woorden:
1 allah
2 mohammed
3 koran
B.welke betekenis heeft mekka in de islam?
lesboek en figuren:
file:///C:/Users/Gebruiker/Pictures/Camera-album/afbeelding155.jpg
file:///C:/Users/Gebruiker/Pictures/Camera-album/afbeelding156.jpg
file:///C:/Users/Gebruiker/Pictures/Camera-album/afbeelding157.jpg
4.
A. Hoeveel hoofdregels heeft de islam?
B. Welke twee hoofdregels zie je op de foto?
C. De ramadan valt niet elk jaar op dezelfde tijd. Leg uit waarom voor moslims in nederland het vasten in de zomer moeilijker is dan in de winter.
5.
A. Noem 3 natuurlijke kenmerken van jezelf, bijvoorbeeld de kleur van je ogen.
B. vul in het schema jouw naam en de gevraagde cultuurkenmerken van jezelf in.
vul in:
file:///C:/Users/Gebruiker/Pictures/Camera-album/afbeelding161.jpg
C. Vergelijk je antwoorden met die van je klasgenoten. Zijn er grote verschillen in de klas?
ja/nee
D. Hoe komt dat?
7.
bekijk figuur 2 tot en met 5 zie hierboven (lesboek en figuren)
A. Wat zijn de twee belangrijkste cultuurkenmerken van de islamitische wereld?
B. Op de foto's is cultuurkenmerk godsdienst goedzichtbaar. Noem nog twee andere cultuurkenmerken uit de (Arabische) cultuur die je op de foto kunt zien.
8.
bekijk de figuren 3, 4 en 5
A. Hoe kun je op de foto's zien dat er grote verschillen in cultuur zijn in de islamitische wereld?
B. In welke twee grote islamitische landen wonen veel sjiieten?
C. In welk land rond de evenaar wonen ook veel islamieten?
D. Waarom hoort dat land niet bij de islamitische wereld, denk je?
10.
Gebruik alle figuren.
Vul in:
1. Een ander woord voor islamiet is...................
2. .......... is de heilige stad voor de islam
3.De vastentijd heet de .................
4.Het heilig boek van de islam is de ..................
5.De belangrijkste in de islamitische wereld is het................
6.De islamitische rustdag is de....................
7.................zijn islamieten die streng zijn in de leer.
8.de islamitische wereld omvat grote delen van het......................en......................
9.De heilige stad van de moslims ligt in het land.............................
10.Een gebied met dezelfde godsdienst, taal en gewoonten noem je een........................
12.
maak de proeftoets van paragraaf .1 op De Geo-online.
1 a.
A. Marokko
B. Algerije
C. Tunesië
D. Libië
E. Egypte
F. Saudi-Arabië
G. Iran
H. Irak
I. Syrië
J. Jordanië
K. Israël
L. Turkije
b.
1. Casablanca
2. Algiers
3. Caïro
4. Riad
5. Mekka
6. Dubai
7. Teheran
8. Bagdad
9. Damaskus
10. Jeruzalem
11. Istanbul
12. Ankara
c.
zie W3 hieronder
d.
Marokko, Algerije, Libië, Tunesië en Turkije
2 a.
droog klimaat
b. 1 steppe
2 woestijn
c. zie antwoord 1c
d. lagere
3 a.
1 Allah God
2 Mohammed profeet
3 Koran Heilige boek
b.
Heilige stad
4.
a.
vijf
b.
3: bidden
2: bedevaart
c.
In de zomer duren de dagen veel langer dan in de winter.
5.
a t/m d verschilt per leerling.
6.
a.
Westerse wereld
b.
Antwoord verschilt per leerling.
7.
a.
1 taal (Arabisch)
2 godsdienst
b.
1 kleding
2 bouwstijl
8 a.
traditie: kleding
modern: auto's
b.
Iran, Irak
c.
Indonesië
d.
In Indonesië is een heel andere cultuur.
10.
1 moslim
2 Mekka
3 Ramadan
4 Koran
5 Arabisch
6 vrijdag
7 Fundamentalisten
8 Midden-Oosten
Noord-Afrika
9 Saudi-Arabië
10 cultuurgebied