Tree of Life
Er is voldoende bewijs om de theorie van evolutie door natuurlijke selectie te onderbouwen, niet in het minst door de ontdekking van genetica. De eenheid van de genetische code, de DNA-instructies die de opmaak specificeren van de eiwitten waar de lichamen van organismen uit zijn opgebouwd, bevestigt dat al het leven op aarde een gemeenschappelijke afstamming heeft.
Charles Darwin schetste de takken van een boom in een van zijn notitieboekjes, om het idee dat alle levensvormen vertakken vanuit een gemeenschappelijke afkomst te illustreren. Sindsdien is het beeld van 'de stamboom van het leven' blijven bestaan als een hulpmiddel bij het begrijpen van de evolutie.
Deze analogie heeft echter zijn nadelen. Het weerspiegelt een achterhaalde veronderstelling dat evolutie progressie impliceert van 'primitieve' naar 'ontwikkeld', van 'eenvoudig' naar 'complex' en dus van 'inferieur' naar 'superieur', met de mensheid aan de top. De moderne evolutietheorie sluit waardeoordelen zorgvuldig uit en ziet evolutie meer als verward kreupelhout dan een vertakkende boom.
* Klik met de rechtermuisknop op de poster om deze op te kunnen slaan (.jpg, 5,4 Mb).
Als het idee van een (stam)boom ontoereikend is, dan geldt dit ook voor het schema (poster). Er zijn veel te veel levensvormen om hen allemaal een plaatsje te geven. Het getoonde voorbeeld is sterk bevooroordeeld jegens degenen die nog levend kunnen worden aangetroffen, de meeste zijn nu echter uitgestorven. Het bevoordeelt organismen die de mens in het algemeen kent en leuk vindt, en besteed daardoor minder aandacht aan degenen die ons niet aanstaan of die we niet vaak tegenkomen. Insecten, bijvoorbeeld, zijn zeer ondervertegenwoordigd, evenals parasitaire groepen die in werkelijkheid overvloedig voorkomen, terwijl ze hier nauwelijks verschijnen in het schema. Er zijn slechts enkele voorbeelden van microben nabij de voet van de boom terwijl zij in feite een groot en complex, onderling verbonden netwerk vormen van organismen.
'Deciphering deuterostome phylogeny: molecular, morphological and palaeontological perspectives', by B J Swalla and A B Smith, Philosophical Transactions of the Royal Society B 363.