Amphioxus, het lancetvisje, deelt met ons mensen een gezamenlijke voorouder die tal van gemeenschappelijke kenmerken bezat, zoals de voorloper van de gewervelde ruggengraat. Sommige chordadieren zoals manteldieren, zakpijpen en mantelvisjes, zijn eenvoudige wezens gebleven zonder ruggengraat. Maar anderen, zoals de gewervelden, hebben vier keer zoveel genen als hun eenvoudige chordate voorouders, zodat een explosie van nieuwe vormen mogelijk werd gemaakt.
Vissen evolueerden schedels en kaken en domineerden de zeeën. Sommige vissen evolueerden ledemaatachtige vinnen en kropen het land op. Reptielen (hagedissen, slangen) en dinosauriërs deden het goed op het land. Toen de dinosauriërs uitstierven, zo'n 65 miljoen jaar geleden, erfden zoogdieren het land. Mensen zijn het meest nauw verwant aan de mensapen.
Chordadieren - We zijn allemaal familie 15:43