Introductie

Dieren nemen deel aan karakteristieke gedragingen die hun kansen op overleven en voortplanting vergroten. De complexiteit van het gedrag van een organisme is verwant met de complexiteit van zijn zenuwstelsel. Over het algemeen hebben de organismen met complexe zenuwstelsels een grotere capaciteit om nieuwe reacties te leren en zo hun gedrag aan te passen.  Een gedrag is de reactie van het zenuwstelsel op een prikkel en wordt door de spieren of het hormonale systeem uitgevoerd. Gedrag is onderworpen aan natuurlijke selectie.

Mannelijke wenkkrab wuift met zijn reuzenschaar (Campbell Biology, 9e druk 2010). 

Wenkkrabben bijvoorbeeld voeden zich met behulp van hun kleine, en zwaaien met hun grote schaar. Waarom moeten mannelijke wenkkrabben zich bezighouden met zwaaigedrag van hun grote schaar? Het wuiven wordt gebruikt om andere mannetjes af te weren en om vrouwtjes aan te trekken.

In de video's wordt gedrag van dieren uit de 8 stammen getoond, bijvoorbeeld gedrag om tot voortplanting te komen, voedsel te vinden, zich te verdedigen tegen-, of te vluchten voor een roofdier.