Mariene (= in zee levende) geleedpotigen - krabben, garnalen en kreeften - hebben gelede aanhangsels die zowel sterk en flexibel zijn en die ze gebruiken voor het waarnemen van de wereld, het verzamelen van voedsel en voortbeweging. Tijdens de evolutie zijn deze aanhangsels, samen met hun gesegmenteerde lichaam, op verbazingwekkende wijze aangepast. Een animatie toont voorbeelden van dit grote potentieel. Een verrassend aspect van hun bouwplan is dat ze hun skelet aan de buitenkant dragen voor bescherming. We zien het ongelooflijke proces van een krab die haar exoskelet afschudt (vervelling of ecdysis), zodat het lichaam groter kan groeien.
Geleedpotigen waren de eerste dieren die zich op land waagden en zich over de aarde verspreidden. Hun bouwplan stelde hen in staat om te diversifiëren en zich aan te passen aan elke omgeving, met inbegrip van de lucht, onderwijl nieuwe manieren uitvindend om zuurstof uit de lucht in plaats van uit water op te nemen. Sommige geleedpotigen, zoals libellenlarven, leven eerst in zoet water, en dan na gedaanteverwisseling ('metamorfose') ontwikkelen ze vleugels en kiezen het luchtruim. Vliegen was een grote aanpassing voor geleedpotigen en bood nieuwe mogelijkheden: driekwart van alle soorten dieren op aarde zijn vliegende insecten. En spinnen ontwikkelden een ingenieuze methode voor het vangen van deze vliegende insecten. Geleedpotigen leveren essentiële diensten aan ecosystemen en aan de mens als zowel recyclers als bestuivers.
Mariene geleedpotigen - Een succesvol ontwerp 09:28
Terrestrische geleedpotigen - De veroveraars 13:41