| Horizontaal | 
| 2 | Alle kelkbladeren bij elkaar | 
| 3 | Vruchtbeginsel | 
| 5 | Als een deel van een plant uitgroeit tot een nieuwe plant noemen we dit ................................ voortplanting | 
| 6 | Sap om insecten aan te lokken | 
| 7 | Bloemen die gebruik maken van insecten bij hun voortplanting | 
| 9 | Een bevruchte eicel ontstaat uit een ................ | 
| 10 | Als stuifmeel van een meeldraad terecht komt op de stempel van dezelfde plant | 
| 11 | Uit de stuifmeelkorrel groeit een .......................... door de stijl naar een zaadbeginsel | 
| 13 | Nummer 6 uit de afbeelding | 
| 14 | Onderdeel van de stamper | 
| 16 | Bloemen met zowel meeldraden als stampers zijn .................... | 
| 17 | Verdikte stengels met reservevoedsel | 
| 18 | Stengel waaraan op bepaalde plaatsen jonge planten ontstaan | 
| 19 | Onderdeel 4 van de afbeelding | 
| 20 | Voorbeeld van een plant met uitlopers | 
| 22 | Als een plant tweeslachtig is is deze ...................... | 
| 24 | Onderdeel 5 van de afbeelding | 
| 25 | Bij sommige planten helpt de ................mee bij de verspreiding van vruchten en zaden |