Video

Bij video worden stilstaande beelden in zo’n hoge snelheid getoond dat onze hersenen er beweging in zien. Eigenlijk kun je het vergelijken met een animatie. Het verschil is dat bij video eigenlijk altijd gebruik wordt gemaakt van ‘levensechte’ beelden en vaak is het aantal beelden (frames) per seconde hoger dan bij animaties. Hoe hoger het aantal frames per seconde, hoe eenvoudiger onze hersenen de beelden als een beweging interpreteren. Tussen de 24 en 30 frames per seconden zien onze hersenen als een beweging.

Video kan worden gedownload of streaming worden bekeken. Steeds vaker is streaming de norm. Bandbreedte is niet meer zo’n probleem.

De formaten waarin video wordt uitgeleverd verschillen nogal qua grootte, kwaliteit en benodigde afspeel codecs. Misschien kent u .avi, .wmv of .mov

Positief Negatief
Snelle manier om iets uit te leggen. Als het fragment te lang duurt dan raken lerenden vaak het overzicht en aandacht kwijt.
Soms de enige manier om informatie over te dragen. Veel bandbreedte, kan soms bij mobiel leren nog een issue zijn.
Veel lerenden vinden video een aantrekkelijke vorm. Kan inefficiënt zijn omdat het veel informatie bevat.
Kan het leren een socialer, persoonlijker gezicht geven (in content maar bijvoorbeeld ook bij een videoconferencingsessie). Wordt soms te snel ingezet om materiaal 'op te leuken'.
Kan gebruikt worden in de training waarbij non-verbale communicatie belangrijk is. Is dan veel realistischer. Bijvoorbeeld bij communicatietraining. In meeste gevallen relatief complex en duur om te produceren (uitgaande van een professionele productie).