Didactische modellen in e-Learning

Als we kijken naar didactische modellen die binnen e-Learning gebruikt worden dan kunnen we 3 verschillende basismodellen onderscheiden die we in veel varianten terugzien:

Deze modellen bepalen voor een groot deel hoe we tegen leren en e-Learning aankijken. Laten we eerst eens globaal kijken naar de 3 modellen:

Een rat in een Skinner-experiment

Behaviourisme

Dit model dat o.a. door Skinner is gedefinieerd, is gebaseerd op de aanname dat leren gestuurd wordt door stimuli en reacties. In dit model is het niet relevant om te weten hoe het leren in het brein wordt gedaan. De focus ligt op het resultaat van het leren en niet zozeer op het leerproces zelf. Een sterk element van behaviorisme is het gebruik van positieve en negatieve feedback. Hiermee kan de lerenden geconditioneerd worden.

Een resultaat van deze houding is de de-contextualisatie van de leerinhoud. Kennis wordt aangeboden in kleine brokjes. In een behavioristische omgeving zijn didactische werkvormen zoals kennistesten, huiswerk en zeer gestructureerde leeractiviteiten heel gebruikelijk

Behaviorisme leent zich prima om te combineren met computerondersteund leren. De eerste e-Learning leeractiviteiten waren meestal van het type ‘Drill-and-practice’. Veel inoefenen was de routine.

 

Case Study Behaviorisme
  • Vanaf 1984 was er in Nederland een nationaal ICT stimuleringsprogramma in het onderwijs. Dit zogenaamde "Informatica Stimuleringsplan" was de eerste echte start. Kennisnet zegt hierover in een blogpost:
    • “Daarin bleef de ontwikkeling van leermiddelen een ondergeschoven kindje. Dat kwam deels omdat men nog vrij zwaar inzette op de ontwikkeling van het vak informatica, waarbij het leren programmeren centraal stond.”
  • Door de ministeries (van Onderwijs en Wetenschappen (O&W), van Economische Zaken (EZ) en van Landbouw en Visserij (LaVi)) werd 1,7 miljard gulden ge:investeerd, uit te geven in een periode van vier jaar (1984-1988). Het programma bestond uit vele activiteiten; leerkrachten werden getraind, materiaal werd geïnventariseerd en bedrijfsleven werd gestimuleerd om materiaal te ontwikkelen.
  • Er werd er heel wat basale content ontwikkeld. Een van de producten was een programma waar kinderen individueel rekensommen inoefende. Het was een eenvoudig, rechtlijnig maar krachtig voorbeeld van geprogrammeerde instructie. Steeds kreeg een kind een vraag en moest het antwoord worden ingetypt. Een voorbeeld:
Stimulus: Hoeveel is 3 + 2?
Respons: 6
Stimulus: Dat is helaas niet goed, probeer het nog eens.
Respons: 5
Stimulus: Dat klopt, heel goed gedaan!





 

 

 

Uw brein is als een computer

Cognitivisme

Dit model is gebaseerd op het idee dat het leerproces te vergelijken is met de manier waarop een computer werkt. Congitivisten gebruiken woorden zoals ‘korte-termijn geheugen’, ‘lange-termijn geheugen’ en ‘stimuli’.

Cognitivisme gaat over: het verzamelen, aanpassen en integreren van informatie.

De nadruk ligt op de manier waarop we leren, niet alleen op de resultaten van het leerproces. Technieken zoals mindmappen worden gebruikt om de informatie te verankeren.

Case Study Cognitivisme
  • In een opleiding over managementvaardigheden bij een klein IT-bedrijf in Spanje kwam een enthousiaste groep samen van 12 management trainees. Ze kwamen net van de universiteit af.
     
  • De opleiding bestond uit verschillende fases en verschillende didactische activiteiten:
 
  1. Voordat de echte opleiding van start ging, werd bij iedereen een online Kolbtest afgenomen. Hiermee kregen ze inzicht in hun eigen leerstijlen. De uitkomsten van de test werden besproken met een leerbegeleider. Ook werd hun voorkennis in kaart gebracht door een pre-toets. De twee scores werden door de leerbegeleider en de lerende als basis gebruikt voor een persoonlijk ontwikkelplan.
  2. In een workshop startte de groep met een persoonlijke en daarna een gezamenlijke mindmap over de inhoud (management). Er was veel uitwisseling van eigen ervaringen en ideeën. Een leeromgeving werd die dag gebruikt om informatie vast te leggen en het systeem bood ook nog additionele informatie.
  3. Met de theorie en oefeningen (o.a. met acteurs) werd allerlei nieuwe informatie verzameld en na elke oefening moesten de lerenden de nieuwe kennis relateren aan hun eigen kennis. Ze moesten onder andere voorbeelden geven hoe ze deze kennis zouden kunnen inzetten in hun eigen praktijksituatie.
  4. Aan het einde van de opleiding werd een nieuwe mindmap gemaakt. Na een test werd de uitslag besproken met de leerbegeleider. Hierbij werd niet alleen het resultaat besproken maar ook het leerproces. De tracking en tracing informatie uit de leeromgeving werd ook gebruikt. De reflectie van de lerenden werden weer in de leeromgeving verwerkt.

Bouw uw eigen kennis op

Constructivisme

Dit model is o.a. door Bruner en Piaget ontwikkeld. Het gaat er vanuit dat leren een zeer actief proces is.

De constructivistische stroming is gebaseerd op het idee dat dialectische of interactieprocessen in ontwikkeling en leren door lerenden die zo actief kennis construeren moet worden gefaciliteerd door volwassenen (De Vries et al., 2002).

Lerenden construeren nieuwe ideeën, structuren, modellen en concepten en relateren die aan voorkennis en bestaande mentale modellen. Echte ervaringen spelen een belangrijke rol in het leerproces. Niet alleen de inhoud is belangrijk maar ook de context om betekenisvol te leren. De leeractiviteiten moeten zo gestructureerd worden dat lerenden eenvoudig de informatie kunnen opnemen. De lerende speelt een actieve rol en leren is doelgericht.

Recenter hebben constructivistische onderzoekers de traditionele focus verlegd van individueel leren naar ook sociale en samenwerkende vormen binnen leren. Het sociaal constructivisme kan worden gezien als het samenkomen van inzichten van Piaget, Bruner en Vygotsky (Wood, 1998).

Case Study Constructivisme
  • In Polen werd op een universiteit een cursus aangeboden over interculturele communicatie. De studenten leerden de kenmerken van verschillende culturen en de verwachtingen die mensen in verschillende culturen hebben.
     
  • In de cursus kwamen de volgende activiteiten voor:
  1. Eerst was er een opdracht om 3 vrienden of studenten van verschillende culturen te interviewen. De studenten bedachten zelf de interviewvragen. Als startpunt werden 5 artikelen over interculturele communicatie aangereikt door de docent.
  2. De studenten presenteerden de resultaten van de interviews in een klassikale sessie. De klas werd daarna opgedeeld in groepen van 4 mensen en ze kregen een opdracht om een specifiek aspect van interculturele communicatie verder te onderzoeken.
  3. De uitkomsten van het onderzoek werd gedeeld met de andere groepen via een wiki. Doel was om een gedeelde kennisbank te creëren voor iedereen. Behalve het toevoegen van eigen wiki-content moesten de studenten de input van anderen aanvullen en/of verbeteren.
 

Optionele leesactiviteit: Behaviorism and the Construction of Knowledge, PDF, 396 KB

'Behaviorism and the Construction of Knowledge' / door: Qais Faryadi / Universiteit: UiTM Malaysia