Wat kan en ken ik aan het einde?
Natuurkunde
- Ik kan de verschillende krachten die op Laura’s zeilboot werken bepalen en uitrekenen.
- Ik kan uitleggen hoe de boot tegen de wind in kan varen en waarom de boot sneller kan varen dan de wind.
- Ik kan de versnelling van de boot uitrekenen bij bepaalde windsnelheden.
- Ik kan de verplaatsing van de boot uitrekenen bij een bepaalde vaarsnelheid.
- Ik kan de dagelijkse hoeveelheid elektrische energie uitrekenen die Laura voor haar levensbehoeftes nodig heeft.
- Ik kan bepalen welke alternatieve oplaadmethode (windgenerator, zonnecellen) de beste is om batterijen (accu’s) op te laden.
- Ik kan het stroomverbruik uitrekenen van de verschillende elektrische apparaten aan boord.
- Ik kan bepalen op welke orbitale hoogte een geostationaire satelliet van het Global Positioning System zich moet bevinden.
- Ik ken het verschil tussen het heliocentrische en geocentrische wereldbeeld.
Wiskunde
- Ik kan omgaan met geografische coördinaten (poolcoördinaten) en deze omrekenen in rechthoekige coördinaten.
- Ik kan de lengte van een kortste route over een bol berekenen met Google Earth en met formules.
- Ik kan uitleggen hoe de sinus en cosinus gedefinieerd zijn in de eenheidscirkel
- Ik kan hoeken omrekenen van graden naar radialen en omgekeerd.
- Ik ken de parametervoorstelling van een eenparige cirkelbeweging.
- Ik kan uitleggen hoe je een kruispeiling en Snelliuspeiling kunt gebruiken om te navigeren langs de kust.
- Ik kan uitleggen hoe je de zon en de sterrenhemel kunt gebruiken om te navigeren op zee.
- Ik kan uitleggen hoe je GPS kunt gebruiken om te navigeren op zee.
- Ik kan werken met het programma GeoGebra.
Scheikunde
- Ik weet wat chemici onder zouten, ionen en oplossingen verstaan.
- Ik kan de verhoudingsformule van een zout afleiden.
- Ik kan bepaalde ionen in een oplossing aantonen of verwijderen met neerslagreacties.
- Ik ken de begrippen concentratie en molariteit (mol/L).
- Ik kan het begrip osmose uitleggen.
- Ik kan een afweging maken tussen verschillende waterzuiveringsystemen.
- Ik weet welke zuiveringsmethode het meest geschikt is voor zeewater.
Biologie
- Ik kan verschillende aanpassingen van het leven op water verklaren, met betrekking tot het bloed, de voeding en de ademhaling.
- Ik kan op drie manieren uitleggen hoe de cel om gaat met waardeveranderingen.
- Ik kan een gezonde en evenwichtige voedingstabel samenstellen voor op zee.
- Ik ken een aantal gevolgen van een onevenwichtige leefstijl.
- Ik kan een biologisch onderzoek uitvoeren.
- Ik ken verschillende factoren die invloed hebben op een ecosysteem.
- Ik ken verschillende interacties die organismen hebben met hun omgeving.
- Ik kan omgaan met piramidemodellen.
- Ik kan verklaren waarom een ecosysteem een dynamisch evenwicht is.
- Ik kan de invloed van een verstoring op een ecosysteem verklaren en er ook voorbeelden bij geven.
- Ik kan zelf een voedselweb/voedselketen maken.
- Ik kan beredeneren wat het verband is tussen de organismen.
- Ik ken de verschillen tussen de ecosystemen op verschillende niveaus en kan deze kennis toepassen.
- Ik ken een aantal indicatorplanten/-dieren (als er sprake is van een excursie).