In de derde eeuw voor Christus waren er grote aantallen slaven in Italiƫ doordat de expansie van het Romeinse Rijk in volle gang was. De expansie was belangrijk omdat een veroverd gebied geld en grondstoffen, zoals graan, opleverde voor de Romeinen. Dit resulteerde dus in een steeds grotere drang naar meer.
Grote aantallen krijgsgevangen en overwonnenen zorgde ervoor dat het aandeel van de slaven in de samenleving snel groeide. In de tweede eeuw v.Chr. kwam de groei al op een hoogtepunt waarvan we weten dat 2 van de 6 miljoen inwoners in Italiƫ slaaf was.
"De rijken gebruikte overtuiging of geweld om land te kopen of nemen dat aan hun eigen land grensde, of andere kleine bedrijven welke behoorden aan arme mannen, en bouwden hier grote boerderijen in plaats van de kleine. Ze namen slaven handen en herders in dienst op deze gronden om ervoor te zorgen dat er geen vrije mannen zouden worden weggekaapt om in het leger te dienen, en ze hadden meer winst door deze vorm van eigendom, want slaven kregen veel kinderen en mochten niet in dienst en hun aantallen namen vrij toe. Om deze redenen werden de machtigen extreem rijk, en steeg het aantal slaven in het land naar grote proporties, waar de Italiaanse bevolking leed aan depopulatie en tekort aan mannen, dat verminderde door armoede en belasting en militaire dienst. En als er mannen waren die dat niet waren, hadden ze geen werk, omdat het land eigendom was van de rijken die gebruik maakte van slaven in plaats van vrije mannen."