Hoe ga je aan de slag?
Voor je heb je als het goed is een vragenlijst, a4 formaat papier, een potlood en een gum liggen. Dit mag je nog even aan de kant leggen, want je gaat je eerst kennis maken met verschillende dichtvormen. Je hebt al wat gedichten gezien bij stap 2 (de opdracht). Kijk nou eens goed naar de verschillende bronnen die bij stap 3 staan onder het kopje 'dichtvormen'. Bekijk deze bronnen en vul daarna de vragenlijst in. Als je dit gedaan hebt laat je dit aan de leerkracht zien. Pas als je toestemming hebt, mag je verder gaan!
Als je toestemming hebt gekregen om verder te gaan, mag je gaan nadenken over wat voor dichtvorm jij wil gebruiken voor jouw kerstkaart. Gebruik je bijvoorbeeld een elfje, een heiku, een limerick? Bedenk een gedicht dat te maken heeft met kerst en schrijf dit op het lege a4 formaat papier! Je mag pas beginnen aan jouw kerstkaart als het gedicht af is. Met toestemming van de leerkracht mag je gaan beginnen aan jouw kerstkaart.
Wat voor kerstkaart wil Floor in de winkel?
Omdat de kerstkaarten in een envelop moeten passen, is het belangrijk dat je het volgende doet:
Stap 1: Pak een mooi gekleurd vel papier en houdt het 'liggend' voor je. Vouw hem in tweeën, zodat je een vorm van een boekje hebt.
Stap 2: Schrijf met een pen jouw gedicht met sierlijke letters op de voorkant van jouw kerstkaart. Let hierbij goed op hoe groot jouw gedicht wordt.
Stap 3: Als het gedicht erop staat, mag je met de overige spullen jouw kerstkaart versieren!