opdracht
Doelen:
- Je kunt de wettelijk achtergronden van diergeneesmiddelen uitleggen
- Je kunt diergeneesmiddelen in de juiste groep plaatsen
- Je kunt correct omgaan met het gebruik, bewaren, en afgeven van diergeneesmiddelen
- Je kunt informatie over diergeneesmiddelen, die je zelf niet paraat hebt, opzoeken
Hulpmiddelen:
- Dictaat
- Internet
- Fidin repertorium (al dan niet online)
- (wetenschappelijke) artikelen uit vakbladen
- bijsluiters/ verpakkingen
- je collega’s
Vragen en opdrachten
- Welke groepen medicijnen zijn er? ( kanalisatie)
- Wat is er per 1 maart 2014 veranderd?
- Deel de aanwezige soorten medicijnen naar groep in.
- Om wat voor soort medicijnen gaat het?
- Waar moet ik de aanwezige medicijnen bewaren?
- Zijn alle medicijnen geregistreerd?
- Als een medicijn niet voor een bepaalde diersoort is geregistreerd, mag ik het dan wel voor die diersoort gebruiken?
- Noem 3 zaken waaraan een medicijn dat afgegeven wordt, aan moet voldoen.
- Welke regels moet je naleven bij opiaten?
- Welke van de aanwezige medicijnen mogen niet meer gebruikt worden? Waarom niet?
Controleer je antwoorden bij de docent.