hieronder vind je een kopie van de belangrijkste teksten over het afleveren van diergeneesmiddelen uit de regeling diergeneesmiddelen.
opdracht:
Beschrijf in je eigen woorden, welke zaken in een logboek vermeld moeten worden.
Maak hierbij onderscheid tussen dierhouder en dierenarts.
1. Een houder van een vergunning voor kleinhandel levert een diergeneesmiddel slechts af aan een houder van een dier af, indien:
a. de houdbaarheidstermijn van het diergeneesmiddel niet verstreken is;
b. de aanduidingen op de primaire verpakking en in voorkomend geval de buitenverpakking of bijsluiter, in overeenstemming zijn met hoofdstuk 2, paragraaf 4;
c. met een niet verbroken, oorspronkelijke sluiting van de primaire verpakking en in voorkomend geval de buitenverpakking, en
d. het diergeneesmiddel wordt afgeleverd na te zijn voorgeschreven en een goed zichtbare, duidelijk leesbare en onuitwisbare aanduiding van de volgende vermeldingen bevat:
1°. het woord ‘dierenarts’, ‘apotheker’ of ‘vergunninghouder’;
2°. de naam en het adres van de betreffende houder van de vergunning voor kleinhandel;
3°. de datum van afleveren van het diergeneesmiddel.
2. Het eerste lid, aanhef, in samenhang met onderdeel c, is niet van toepassing indien:
a. een diergeneesmiddel wordt afgeleverd door een dierenarts of apotheker en
b. de oorspronkelijke sluiting is vervangen door een sluiting welke is voorzien van de naam en het adres van de betreffende dierenarts of apotheker.
1. Het recept bevat in ieder geval de volgende informatie in onderstaande volgorde:
a. de datum van uitschrijven;
b. de benaming en het registratienummer van het voorgeschreven diergeneesmiddel;
c. de diersoort waarvoor het middel bestemd is;
d. de af te leveren hoeveelheid;
e. de naam en het adres van de betreffende dierenarts;
f. de naam van de ontvanger en het adres of uniek bedrijfsnummer van de locatie waar de dieren, waarvoor het recept bedoeld is, gehouden worden;
g. in voorkomend geval, de in acht te nemen wachttermijn en
h. de handtekening van de betreffende dierenarts dan wel een zodanig elektronisch verzonden kenmerk of, zonder te zijn ondertekend, met een zodanige code beveiligd document dat een daartoe bevoegde persoon of instantie de authenticiteit ervan kan vaststellen.
2. In het recept is de hoeveelheid af te leveren diergeneesmiddelen beperkt tot hetgeen noodzakelijk is om de beoogde behandeling of therapie uit te kunnen voeren:
a. in een periode van maximaal één maand na de datum van uitschrijven of
b. in een periode van maximaal één jaar na de datum van uitschrijven, indien het diergeneesmiddelen betreft die op de primaire verpakking of in de bijsluiter zijn aangemerkt als:
1°. ontwormingsmiddel,
2°. middel tegen parasieten,
3°. middel tegen schimmels,
4°. kalmeringsmiddel.
3. De dierenarts vermeldt op een recept voor het afleveren van een diergeneesmiddel als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, de frequentie van de behandeling.