Gladiatoren shows waren gruwelijk en wreed, maar mateloos populair in het zo beschaafde Rome. Vanaf de derde eeuw tot het begin van de vijfde eeuw hebben miljoenen toeschouwers zich vergaapt aan het spel met de dood in de arena. Vooral na de inwijding van het Colosseum waren de shows van een ongekende omvang.
Gladiatoren waren de voetbalspelers van hun tijd. Ze werden aanbeden als helden, maar hadden weinig aanzien in de samenleving. Meestal waren zij in het bezit van een lanista. Zij werden onderverdeeld in 3 groepen: De infami, oftewel de ter dood veroordeelde slaven, krijgsgevangenen of misdadigers. Deze groep van gladiatoren kreeg geen opleiding. Later kwamen er ook niet veroordeelde slaven, gevangen in alle door de Romeinen veroverde landen. Aan deze groep werd een opleiding van 3 tot 4 maanden gegeven. Sommige waren vrije burgers of aristocraten die hun geld hadden verloren en ervoor hadden gekozen een kort maar roemrijk leven te leiden. Zij kregen meestal een volledige opleiding en als ze erg goed waren ook medische verzorging.
Als een strijder zwaar gewond werd, riep het volk: "Habet" (hij heeft hem). Als een gladiator zich overgaf dan mocht het publiek zeggen of die gladiator dood moest. Als ze hun duim omhoog staken vonden ze dat hij dapper had gevochten en dat hij dus mocht blijven leven. Staken zij hun duim omlaag, dan moest hij dood.