Noordwaard Biesbosch

De Biesbosch was eeuwenlang een uitgestrekt zoetwatergetijdengebied, dat in Europa nauwelijks zijn weerga kende. Ontstaan in het begin van de vijftiende eeuw, tijdens de beruchte Sint-Elizabethsvloed, werd het gebied lange tijd gekenmerkt door verraderlijke wilgenvloedbossen (deels in gebruik als grienden &), afgewisseld met kale zand- en slikplaten, rietgorzen en biezenvelden, maar door de uitvoering van de Deltawerken heeft de Biesbosch veel van zijn allure moeten prijsgeven. Na de afsluiting van het Volkerak in 1960 en het Haringvliet in 1970 viel het getij terug van gemiddeld twee meter naar enkele decimeters. Het gebied bestaat uit drie delen: de Sliedrechtse en Dortsche Biesbosch ten noorden van de Merwede en de Brabantse Biesbosch ten zuiden ervan. Alleen in de Sliedrechtse Biesbosch resteert nog een getijdeverschil van ongeveer 70 centimeter door de open verbinding met de Oude Maas. Het dynamische getijdengebied veranderde na de uitvoering van de Deltawerken in een verruigd moerasgebied waarin de hoogteverschillen tussen platen en geulen geleidelijk verminderden, wat ten koste ging van afkalving van de eilanden. De biezenvelden, rietgorzen en wilgenvloedbossen zijn grotendeels verdwenen; inpolderingen en de aanleg van reusachtige drinkwaterbekkens hebben verder hun tol geƫist. Maar toch, ondanks dit alles bezit de Biesbosch ook in zijn huidige vorm grote botanische en faunistische kwaliteiten, terwijl het landschap van eilanden en slingerende waterwegen in wezen nog steeds bestaat. Dit alles is er de reden van dat het gebied in 1994 is uitgeroepen tot Nationaal Park.
Ook de Europese Unie wil de biodiversiteit in Europa beschermen. Om de natuur in Europa als geheel te beschermen en te ontwikkelen, werken de lidstaten samen aan Natura 2000. De Biesbosch is vanwege de hoge natuurwaarden opgenomen in Natura 2000.
 
Binnen het project Ruimte voor de Rivier wordt momenteel het noordelijke deel van de Brabantse Biesbosch heringericht. De grootschalige ontpoldering van de Noordwaard is naar verwachting in 2015 afgerond. Met de beoogde veiligheid voor Gorinchem en omstreken bij hoogwater als hoofddoelstelling is ook de natuur nadrukkelijk gebaat. Deze natuurontwikkeling vanuit landbouwgrond laat zien dat een bietenakker binnen het jaar omgevormd kan zijn in een watervogelparadijs waar duizenden eenden, ganzen en zwanen op af komen met toppredatoren als Visarend en Zeearend in hun kielzog. Dat de kolossale Zeearend zich thuis voelt in het wat betreft oppervlak sterk uitgebreide wetland is onderstreept door een eerste broedgeval in 2012.