Categorie 2: het wachtwoord
Hoor je een woord met -cht, dan schrijf je het woord net zoals wacht. Behalve bij de woorden: ligt, legt en zegt.
Categorie 7: het langermaakwoord
Weet je niet of je een woord met een -d of een -t moet schrijven? Maak het woord dan langer! Kijk hieronder voor een voorbeeld:
honden - je schrijft: hond
kaarten - je schrijft: kaart
Snap je het nog niet? Vraag het dan aan de juf!