Celfusie

Het is mogelijk om twee cellen van verschillende planten met verschillende eigenschappen met elkaar te laten samensmelten. Dit heet celfusie. Met celfusie omzeil je de natuurlijke kruisingsbarrières tussen twee niet-verwante planten. Het geeft de veredelaar extra mogelijkheden om nieuwe eigenschappen in te brengen in een gewas. Hij kan bijvoorbeeld mannelijke steriliteit inkruisen. Mannelijk steriele planten vormen geen meeldraden. De plant kan zichzelf dus ook niet bestuiven. Dit is handig bij de productie van F1-hybriden. 

Voor het laten fuseren van twee cellen moet eerst de celwand worden verwijderd. Dit gebeurt door enzymen die de celwand afbreken. Wat overblijft zijn cellen met alleen een celmembraan: protoplasten. Met de chemische stof PEG versmelten de protoplasten met elkaar. Er vindt kernfusie en celfusie plaats. Deze techniek wordt protoplastenfusie genoemd.
De fusie kan ook tot stand worden gebracht met een elektrisch schokje.

Bij protoplastenfusie worden veel verschillende producten gevormd. Na de fusie moet je dus op een selectief medium op zoek naar het juiste fusieproduct. Dit kan bijvoorbeeld door één van de protoplasten te kleuren. De juiste combinatie van protoplasten is dan goed zichtbaar.