Inleiding
In de lessen 4, 5 en 6 ga je zelfstandig een onderwerp van de nanotechnologie verder uitdiepen. Dit zal gebeuren in groepjes van 4 tot 5 leerlingen. Je kunt kiezen uit acht onderwerpen:
Hiervan maak je per groepje een presentatie voor de hele klas. In de les zijn richtlijnen voor het maken van een goede presentatie gepresenteerd. Het is dus verstandig om je aan deze richtlijnen te houden bij het maken van jullie presentatie. Over alle presentaties van je klasgenoten (plus de verworven kennis uit de eerste hoofdstukken en het practicum) krijg je uiteindelijk een toets. Het is ook de bedoeling dat jullie over je eigen onderwerp drie vragen bedenken met antwoord die als toets vraag kunnen dienen. Het is de bedoeling dat de toets vragen niet alleen maar kennisvragen zijn, maar met name inzichtsvragen. Er kan hierbij gedacht worden aan de toepassingsvragen waarbij behulp gemaakt wordt van bronnen uit de literatuur. De docent gebruikt de beste vragen voor in de toets. Als je dus goede vragen verzint, heb je een grotere kans dat jullie vraag terug komt in de toets en jullie het antwoord al weten! De presentatie zal 60% van je cijfer bedragen. De andere 40% is een het cijfer dat je behaalt voor de toets.
Lessenopzet
Les 4
In deze les gaan jullie op internet op zoek naar meer informatie over jullie onderwerp. Hierbij beantwoorden jullie de volgende vragen:
Op basis van jullie antwoorden definieer je een of enkele onderzoeksvragen waarin jullie je verder willen gaan verdiepen, gedurende de volgende lessen.
De onderzoeksvragen moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:
Deze onderzoeksvragen werken jullie samen uit als huiswerk. De onderzoeksvragen zullen in overleg met jullie docent opgestuurd worden, zodat hij deze kan bekijken voor de volgende les. De docent bepaalt vervolgens of jullie aan de slag kunnen met deze onderzoeksvragen en geeft anders aanwijzingen voor verbeteringen.
Voorbeelden van onderzoeksvragen zijn:
Les 5 & 6
In les 5 en 6 gaan jullie verder in op jullie onderzoeksvragen en kunnen jullie werken en de presentatie. In principe doen jullie zelfstandig onderzoek, maar jullie kunnen natuurlijk altijd hulp aan jullie docent vragen wanneer jullie vastlopen. Verder is in bijlage 3 het beoordelingsformulier toegevoegd, waar jullie houvast aan kunnen hebben. Voor jullie eindcijfer is het van belang dat jullie laat zien de onderzoeksvragen echt te hebben doorgrond en voldoende diepgang te hebben bereikt. Van al jullie bevindingen maken jullie uiteindelijk een presentatie van 8 á 10 minuten die jullie gaan houden voor de rest van de klas.
Als richtlijn voor de presentatie kunnen jullie je houden aan de volgende opbouw:
De beoordeling van jullie presentatie vindt plaats aan de hand van zes criteria:
Op de volgende pagina’s vinden jullie de opdrachtomschrijvingen van de verschillende onderzoeksopdrachten.