Oké, nu komt het er echt op aan!
Omdat je zoveel hebt kunnen oefenen met de sommen onder de 10, mag jij nu een keer de juf of meester zijn.
Wat moet je doen?
1. Pak een blaadje en een potlood en een gum.
2. Schrijf 10 minsommen (natuurlijk onder de 10!) op een papiertje.
3. Zet op de achterkant de goede antwoorden op het papiertje (zorg ervoor dat de rest de antwoorden niet ziet)
4. Laat de juf even naar de antwoorden kijken, zodat je zeker weet dat ze goed zijn!
5. Geef de sommen aan een klasgenootje en geef hem de opdracht om deze sommen zo snel mogelijk te maken.
6. Zet de zandloper.
7. Kijk de sommen na met behulp van de antwoorden achterop het briefje.
8. Kloppen alle antwoorden? Teken wat moois op het papier!