Paragraaf 4.3 'De strijd tussen paus en keizer'

Deze paragraaf gaat over het kenmerkende aspect: 'het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke,  dan wel de geestelijke macht het primaat moest hebben'.

Als we dit kenmerkende aspect gaan fileren: dus zeg maar woord voor woord gaan uitpluizen, is dit het gene wat je moet kennen:

In de middeleeuwen is er een conflict geweest tussen de geestelijke macht (paus = geestelijkheid) en de wereldlijke macht (adel). Dit conflict ging over wie het primaat moest hebben. Het primaat betekent wie nu eigenlijk het belangrijkste is. Als je nu logisch nadenkt weet je eigenlijk wel wie dit conflict gewonnen heeft...... Namelijk: de wereldlijke macht. Want zeg nu zelf: moeten we tegenwoordig luisteren naar bestuurders (regering) of naar kerkleiders (geestelijkheid)? Naar bestuurders uiteraard, zij maken wetten en regels, zij handhaven wetten en regels enz.. We leven niet in een kerkelijke staat of zoiets dergelijks.

De macht van de kerk is dus in de late middeleeuwen (de tijd van steden en staten) verkleind. Dit kwam onder andere door dit conflict. Dit specifieke conflict wat er is geweest heeft ook een aparte naam, we noemen dit namelijk de 'investituurstrijd'. Investituur betekent 'het benoemen van de bisschoppen, of het overhandigen van de symbolen: ring en staf aan de bisschop'. In de middeleeuwen was dit namelijk een beetje een vaag gebiedje. Je zou nu zeggen: tja een bisschop is een geestelijk leider, dus hij zal zijn macht wel hebben verkregen van de paus of van iemand anders uit de kerk. Nou, in de middeleeuwen was dit in eerste instantie nog niet zo gewoon. Ook wereldlijke leiders (koningen / keizers) benoemden bisschoppen, en dat was tegen het zere been van een hele machtige paus Gregorius VII. Hij vond namelijk dat hij de allerbelangrijkste persoon in Europa (en de rest van de wereld was), hij was namelijk de plaatsvervanger van Jezus op aarde. Alles en iedereen moest dus naar hém luisteren, ook alle vorsten! En dan zijn de poppen aan het dansen... want niet alleen de paus vond zichzelf belangrijk ook Keizer Hendrik IV, keizer van het Heilig Roomse Rijk (Duitsland) vond zichzelf belangrijk. Deze twee personen kwamen dus in conflict met elkaar over het benoemen van bisschoppen. Dit conflict noemen we de 'investituurstrijd' (11e en 12e eeuw).

Uitleg powerpointpresentatie

Paragraaf 4.3 'De strijd tussen paus en keizer'

Filmpje

Het conflict in de wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.