Vanaf 2015 wordt bij het vak geschiedenis een nieuw soort examen afgenomen. Dit nieuwe examen is opgesteld volgens de tien tijdvakken en de 49 kenmerkende aspecten. In de vragen wordt vaak verwezen naar de 49 kenmerkende aspecten. Het is dus heel erg slim om deze kenmerkende aspecten uit je hoofd te leren zodat je ze kunt herkennen en toepassen in de vragen van de toetsen (en straks dus in het examen).
Opvallend is dat er bij bijna alle vragen in het examen gewerkt wordt aan de hand van bronnen: tekst en afbeeldingen. Werken met bronnen vergt speciale aandacht. Je moet bij bronvragen altijd verwijzen naar de bron. Je maakt bij bronvragen meestal een koppeling tussen het gene wat in de bron te zien of te lezen is en de lesstof. Antwoorden moet je altijd uitleggen / beargumenteren. Let hier extra op.