Het feodale stelsel (of leenstelsel) is een politiek systeem wat gehanteerd werd in de vroege middeleeuwen. Het is ontstaan in de 8e eeuw en werkte als volgt: Een heer (de leenheer) gaf een stuk grond (incl. burcht en gronden) of een ambt in leen aan een vertrouweling (een vriendje van hem). Deze vertrouweling noemen we een leenman (of dienaar of vazal). Deze leenman beloofde op zijn beurt (als dank voor het leen) dat hij zijn levenlang de leenheer trouw zal zijn en hem zou bijstaan met raad (politieke adviezen, diplomatie) en daad (bijv. oorlogen).
Dit politiek / bestuurssysteem is een logisch gevolg van zijn tijd. Grote heren konden gewoonweg niet in hun eentje de zo'n enorm rijk besturen (gebrek aan communicatiemiddelen en snel vervoer/infrastructuur). Leenheren hadden mensen nodig, die ze konden vertrouwen, en in dienst van hem een gebied zouden besturen.
Karel de Grote, uit het Frankische vorstenhuis, is de bekendste leenheer van de geschiedenis geweest. Hij (en ook al zijn voorouders) had(den) een enorm rijk bij elkaar vergaard. Dit kon hij doen met behulp van sterke en trouwe ruiterlegers (nieuw in die tijd). Door technische vernieuwingen (o.a. de stijdbeugel) was dit ruiterleger heel erg sterk.
Uiteindelijk werkte het leenstelsel of feodaal stelsel niet meer. Onder de zonen van Karel de Grote raakte het grote Frankische rijk versnipperd. Leenmannen gingen hun leen erfelijk doorgeven. De zonen (of kleinzonen) hadden vrijwel geen binding met de (zoon van) leenheer. Deze leenmannen gingen hun leen als eigen bezit beschouwen en waren dus niet meer trouw (en daar ging het in eerste instantie natuurlijk om). Wat in de 8e eeuw langzaam was opgebouwd was rond het jaar 1000 teniet gedaan. De macht lag in Europa bij allerlei verschillende kleinere kasteelheren.
Uitleg paragraaf 3.3 'Het feodale stelsel'
KAREL DE GROTE
Karel de Grote spreekt tegenwoordig nog steeds veel mensen aan. Deze grote Frankenkoning (later keizer) heeft op zijn hoogtepunt bijna heel Europa in zijn bezit gehad. (NB hij had een palts = koninklijke verblijfplaats in Nijmegen. En dat merk je als je in Nijmegen bent: 'het Keizer Karel Plein, studentenvereniging Carolus Magnus, keizerstraat enz.)
Karel de Grote was een vorst met een visie. Hij zag de noodzaak van de letteren in en stimuleerde het onderwijs. Onder zijn gezag zijn monniken veel werken uit de oudheid gaan vertalen.
Ook was zijn militaire macht ontzettend groot. Zijn sterke ruiterleger dwong veel respect af. Hij was op dit gebied visionair want hij heeft technische vernieuwingen doorgevoerd in zijn leger (huurlegers waren dat in die tijd).
Karel de Grote
PowerPointPresentatie paragraaf 3.3