De eerste en de vierde naamval

Hieronder kun je controleren of je de 1e en 4e naamval goed snapt. Hoe zat het ook alweer? 

mannelijk = der / ein (1e naamval) of den / einen (4e naamval)

vrouwelijk = die / eine in 1e en 4e naamval. 

onzijdig = das / ein in 1e en 4e naamval.

meervoud = die / meine in 1e en 4e naamval. 

Dus alleen bij mannelijke woorden moet je even opletten!

 

Voorbeeld:

Der Vater von Peter ist sehr reich. Ik kan zeggen: Hij is heel rijk. Ik schrijf dus: der Vater

Maar: 

Ich habe den Vater noch nicht gesehen. Ik kan zeggen: Ik heb hem nog niet gezien. Ik schrijf dus: den Vater.

 

Bekijk eventueel ook eens de onderstaande video:

 

 

Bekijk de video:

Uitleg eerste en vierde naamval (der-groep)

Bastei - Elbsandsteingebirge