Natuurwaarden

De Brand vormt een groot contrast met het stuifzandgebied. De centrale en meest natte delen van De Brand bestaan uit riet- en zeggenmoeras en uit elzenbroekbos met soorten als Elzenzegge, Stijve zegge, Moeraszegge en Moerasvaren. Daarnaast komt Vogelkers-Essenbos en verdroogd Eiken-Haagbeukenbos voor, het meest op rabatten. In de kruidlaag groeien soorten als Gele dovenetel, Bospaardenstaart en Witte rapunzel. De bossen worden afgewisseld door kleinschalige, vochtige hooilanden, waaronder één plek met Blauwgrasland. De successie die plaats kan vinden in blauwgraslanden is weergegeven in nevenstaand schema uit SynBioSys.

De wateren van De Brand zijn van bijzondere betekenis voor amfibieën met acht van de twaalf soorten die in Noord-Brabant voorkomen. Zo is de Kamsalamander in De Brand op enkele tientallen plekken aanwezig. Bijzonder is verder het voorkomen van de Boomkikker, die eind vorige eeuw in Noord-Brabant nog op het punt van uitsterven stond. Door gerichte bescherming en beheer telt de populatie binnen het Natura 2000-gebied inmiddels weer ruim 600 volwassen dieren.

 

De Brand is een goed gebied voor moerasvogels als Blauwborst en Waterral. Geregeld wordt het Porseleinhoen gehoord en soms zelfs de Woudaap. In de uitgestrekte bossen van de Drunense Duinen en De Brand broeden veel spechten, waaronder Zwarte specht en recent Middelste bonte specht. Van deze laatste is dit een van de meest westelijke voorkomens in ons land.

 

Boomkikker

Blauwborst