3. Waarom tissue engineering?

Tissue engineering kan worden gebruikt om ziek, ontbrekend of beschadigd weefsel te vervangen. Dit is een relatief nieuwe techniek, die waarschijnlijk geleidelijk andere technieken kan vervangen. Die andere technieken (en hun nadelen) zullen hier kort besproken worden.

3.1 Synthetisch materiaal

Soms kan een beschadigd orgaan of weefsel worden vervangen door een synthetisch materiaal. Een voorbeeld hiervan is een kunstgewricht, dat gebruikt kan worden bij heupen, knieën of polsen. Een kunstheup gaat ongeveer 15 jaar mee. Daarna kan botverlies ontstaan of kunnen irritaties ontstaan door afstotingsverschijnselen, beide situaties zijn pijnlijk. Een kunstheup is dus een tijdelijke oplossing.

3.2 Transplantatie

Een andere manier om beschadigde organen te vervangen is transplantatie van een orgaan van een donor. Orgaandonatie kan onder andere bij hart, lever, longen en nieren. Ook weefsels kunnen getransplanteerd worden, voorbeelden zijn huid en hoornvlies (in het oog).

De vraag naar organen en weefsels van donoren is groter dan het aanbod. Er is dus een tekort aan donors. Bovendien moeten bloedgroep en de humaan leukocytenantigenen (bepaalde antigenen die in weefsels voorkomen) van de donor en de ontvanger overeenkomen. Het gevolg hiervan is een moeilijke selectie van de donororganen. Daarnaast is er een kans dat een nieuw, lichaamsvreemd, orgaan wordt afgestoten door de ontvanger. Om afstoting te voorkomen, moet de patiënt veel medicijnen gebruiken.

3.3 Opkomst van tissue engineering

Bij tissue engineering worden lichaamseigen cellen gebruikt, waardoor de kans op afstoten kleiner is dan bij een prothese of een orgaan van een donor. Weefsels worden buiten het lichaam gemaakt. Deze weefsels kunnen worden gebruikt om nieuwe medicijnen te testen op hun werking en mogelijke bijwerkingen. Hierdoor zullen steeds minder proefdieren nodig zijn.

Sinds begin jaren ’90 is het vakgebied tissue engineering sterk ontwikkeld. Het wordt echter nog niet op grote schaal toegepast in de geneeskunde. Dit komt onder andere doordat er nog steeds grote wetenschappelijke uitdagingen zijn in het interdisciplinaire vakgebied. Een andere reden is dat er strenge regelgeving is rond onderzoek bij tissue engineering. Enkele ethische aspecten van tissue engineering worden in hoofdstuk 8 behandeld.