Afsluiting
Je hebt een hoop geleerd door het oefenen met breuken. Je hebt gewerkt aan de volgende doelen:
- optellen en aftrekken van (gelijknamige en ongelijknamige) eenvoudige breuken (benoemd en onbenoemd=rekengetal)
- vergelijken van eenvoudige en veel voorkomende breuken en kommagetallen
- omzetten van breuken in kommagetallen en omgekeerd