7.1 Hoe werken logipuzzels

Voordat we de bovenstaande verdwijningzaak gaan oplossen moeten we iets weten over de theorie van logiquiz-puzzels. Een logiquiz-puzzel is opgebouwd uit een aantal aanwijzingen, bijvoorbeeld:

Kun je nu uit je hoofd de volledige namen van drie hoofdrolspelers uit CSI opnoemen?
Een logisch probleem met drie personen met ieder drie kenmerken (voornaam, achternaam, moment van verschijning in de serie) zoals hierboven, kun je uit je hoofd oplossen. Maar wat doe je als de puzzel complexer wordt? Het is dan handig om een schema te gebruiken, waarin overzichtelijk alle mogelijkheden en onmogelijkheden worden bijgehouden. Een dergelijk schema zou er in het bovenstaande geval als volgt uitzien:

Het is de bedoeling dat je met de gegeven informatie het schema invult. Hiertoe zet je een min als de betreffende combinatie niet mogelijk is en een plus als de combinatie wel mogelijk is.

Opgave 18
Vul het schema hierboven in. Kom je op hetzelfde antwoord als je klasgenoten?

In de volgende opdracht ga je het onderzoek naar de verdwijning van Fons oplossen.
Een man, genaamd Fons, doet om 18.00 uur boodschappen in een supermarkt in Castricum. Rond sluitingstijd staat zijn boodschappenkarretje met tas nog in de supermarkt. Van de man ontbreekt ieder spoor. Al snel blijkt dat hij het volgende slachtoffer is een reeks verdwijningen. De verdwijningen vinden plaats in supermarkten in de buurt van de snelweg A9 (Alkmaar, Uitgeest, Castricum, Haarlem, Amsterdam). Bij iedere verdwijning belt de dader met zijn mobiele telefoon naar de politie. Wie is de dader?
Vijf personen zijn verdacht:

Alle verdachten personen bevonden zich ten tijde van het misdrijf in de buurt van de A9. Alle personen hebben op avond van de verdwijning met hun mobiele telefoon naar de politie gebeld. De politie heeft informatie over de plaats en duur van de gesprekken. Maar hoe moet de informatie worden geordend? Dat ga jij nu doen. Los de onderstaande logiquiz maar op. Wie is de mogelijke dader?
De informatie is als volgt:

Opgave 19
Vul de onderstaande schema’s geheel in. Het is de bedoeling dat je met de gegeven informatie het schema invult. Zet een min als de betreffende combinatie niet mogelijk is en een plus als de combinatie wel mogelijk is. Een element van een groep (bijvoorbeeld de lifter uit de groep personen) kan niet aan meerdere elementen uit één en dezelfde groep worden gekoppeld (zo is het dus niet mogelijk om de lifter te koppelen aan én Alkmaar én Uitgeest).